De tweeling : roman
Tessa De Loo
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij De Arbeiderspers, copyright 2023 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : DELO |
Bo Van Houwelingen
il/pr/22 a
Nijmegen, 22 februari 1944. Iedereen zit al twee uur in de schuilkelder als om 13.12 uur eindelijk het eindalarm klinkt. Opgelucht komen de meeste mensen weer tevoorschijn. Snel door met de dag: wat te eten bij elkaar scharrelen, de kachel opporren of een bolletje blauwe wol naar de buurvrouw brengen. Zestien minuten later vallen er 144 bommen op het stadshart. De Amerikaanse piloten die onderweg waren naar Duitsland zijn omgekeerd vanwege slecht weer en hebben het Nijmeegse spooremplacement als nieuw doelwit gekozen. Maar door verkeerde inschattingen komen de bommen op de bovenstad terecht. Zonder waarschuwing. Bijna achthonderd mensen komen om.
Tessa de Loo neemt deze zwarte dag als startpunt van haar elfde roman De stad in je hoofd. De schrijfster viert hiermee haar jubileum: het is veertig jaar geleden dat ze debuteerde met De meisjes van de suikerwerkfabriek, de korteverhalenbundel die nog altijd een leeslijstfavoriet is onder scholieren. Haar bekendste werk is en blijft de bestseller De tweeling, over Lotte en Anna die door de oorlog van elkaar worden gescheiden. Door veel critici werd de roman gekraakt, maar lezers omarmden de zusjes en deden dat opnieuw na de verfilming van Ben Sombogaart in 2002 en de musical in 2015.
De stad in je hoofd is weer zo'n roman die het in zich heeft een publiekslieveling te worden, met het 8-jarige jongetje Twan, dat zich als wees moet zien te redden nadat zijn ouders en jonge zusje bij het bombardement zijn bedolven onder het puin (hij niet, omdat hij net dat bolletje wol wegbracht). Twan is zo'n typisch goed joch, vroegwijs maar toch ook lief naïef, mondig maar ook gevoelig. Kruimeltje, Kees de jongen en Alleen-op-de-wereld-Remi ineen; daar moet je wel van houden.
Het verhaal zit bovendien vol beelden die om een filmdoek smeken: de prachtige apotheek van Twans vader (een ingetogen bijrol voor Benja Bruijning, stel ik voor), die verpletterd wordt door de instortende Stevenskerk, de verkrotte benedenstad waar Twan bij een tante (Sallie Harmsen?) gaat wonen, het gezellige volkscafé van zijn oom, waar ouwe zuiplappen (Gijs Scholten van Aschat als edelfigurant) en 'onze meisjes van lichte zeden' gemoedelijk bij elkaar zitten. En dan nog de verbijsterende 'wederopbouw' van de stad waarbij middeleeuwse panden gesloopt worden om plaats te maken voor kille naoorlogse architectuur - iets waar de inmiddels volwassen Twan zich hevig tegen verzet.
Prachtig allemaal, maar De Loo beschrijft het uiterst melodramatisch: 'Twan lachte en de jongen lachte ook. Ze lachten, terwijl de mensen om hen heen lagen te sterven.' En: 'Het werd stil aan tafel. De woorden die niet gezegd werden hingen ongemakkelijk tussen hen in.' Of Twan, denkend aan zijn ouders: 'Maar zij waren er niet meer. Ze zouden nooit meer de zon op hun huid voelen, langs de rivier wandelen, lachen, kibbelen en vrede sluiten, nooit meer en nooit meer.' Maar ach, zulke zinnen, ze vallen in al hun clichématigheid op, maar storen niet echt, omdat ze voortkomen uit een voelbaar oprechte poging de lezer te betrekken bij Twan en zijn gevoelens, en niet uit gemakzuchtige sensatiedrift.
Problematischer is de lineaire verhaallijn; je volgt Twan van zijn 8ste tot hij ergens in de 20 is, in een aaneenrijging van scènes. Er zit geen motor achter het verhaal, anders dan de verstrijkende tijd; en toen, en toen, en toen. De ene gebeurtenis heeft nauwelijks invloed op de volgende. Twan verblijft een half jaar bij een oude schapenboer op de hei: 'Bij Opa was je veilig. Hij was een oude, kromgegroeide boom waaronder het goed schuilen was.' Maar eenmaal terug in de stad denkt hij geen enkele keer meer aan die lieve Opa, alsof hij nooit bestaan heeft.
Paula, een klein meisje dat door Twan gered wordt, ondergaat hetzelfde lot. Hij zoekt haar af en toe op, en dat is steevast een emotioneel weerzien (ze is zijn 'oorlogszusje') maar er gaan ook zomaar jaren voorbij zonder dat er met een woord over haar wordt gerept.
Uit het oog, uit het hart, zo lijkt het, maar ik krijg niet de indruk dat dat een bewuste keuze is van De Loo. Twan is juist iemand die zijn best doet zich alles en iedereen te herinneren, omdat hij al zo veel is kwijtgeraakt. Het zijn dit soort mankementen die van De stad in je hoofd een wat onbeholpen roman maken, die veertig jaar schrijfervaring ten spijt. Maar de verfilming, als die er ooit komt, zal geweldig zijn.
★★★☆☆
De Arbeiderspers; 312 pagina's; € 22,99.
(dm)
2/ei/02 m
'De tweeling' (1993) zou weleens de succesvolste Nederlandse roman van de jaren 90 kunnen zijn. Ruim een miljoen verkochte exemplaren, wereldwijd vertaald, verfilmd, vermusicald. Een ongekend succes - behalve in de kolommen van de boekenpagina's: 'een draak', schreef een recensent, of 'extreem slecht geschreven'. Critici als Maarten 't Hart keerden zich dan weer af van de 'lapzwansen' in de kranten en namen het ruimhartig voor De Loo's 'meeslepende roman' op. 'De stad in je hoofd', Tessa de Loo's nieuwe boek, lijkt eenzelfde controverse te beurt te zullen vallen. Hoofdpersoon Twan verliest zijn ouders en zusje bij een bombardement op Nijmegen. We volgen de artistiek begaafde jongen door de oorlog en later door de wederopbouwjaren. Zoals ze in 'De tweeling' de clichés van De Foute Duitser en De Nobele Nederlander ontkrachtte, zo is De Loo in deze roman kritisch over de heroïek van de wederopbouw. Die kritische blik is interessant, maar niks kan de roman redden van het bombardement aan gruwelijke zinnen. Je bent verbaasd als je een níét-klungelige zin aantreft. Het is voor De Loo en haar publiek te hopen dat lezers zich ook nu 'niet laten verneuken door slechte recensies', zoals 't Hart destijds schreef. Maar goed geschreven is haar nieuwe boek allesbehalve, en zelfs met de beste wil van de wereld is 'De stad in je hoofd' geen meeslepende roman te noemen.
Bookarang
Een roman over een man die een historisch stadsdeel probeert te redden, waarbij het trauma van zijn jeugd terugkeert.Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt het huis van zijn familie voor de ogen van de achtjarige Twan vernietigd bij een bombardement. De omliggende Bovenstad stort brandend in. Ineens is hij wees; een tante ontfermt zich over hem. Jaren later ontluikt een liefde tussen hem en een jonge vrouw, en Twan koopt en restaureert een huis in de schilderachtige Benedenstad. Maar de wereld moderniseert en het stadsbestuur besluit de oude huizen daar te vervangen door nieuwbouw. Twan strijdt om het historische stadsdeel te redden, maar hierbij keert het trauma uit zijn jeugd in volle hevigheid terug. Intiem en beeldend geschreven. Voor een brede tot literaire lezersgroep.Tessa de Loo (Bussum, 1946) is een bekende Nederlandse schrijver en scenarioschrijver. Ze schreef meerdere boeken. Haar werk werd in meerdere landen uitgegeven en won verschillende literaire prijzen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.