De terugkeer van Münchhausen
Sigizmoend Krzizjanovski
Sigizmoend Krzizjanovski (Auteur), Annelies de hertogh (Vertaler), Els de Roon Hertoge (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Vleugels, copyright 2021 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : KRZI |
Alexandra De Vos
il/pr/30 a
Zijn of niet zijn. Dat is nog altijd de vraag. Ook de Russische schrijver Sigizmoend Krzjizjanovski (1887-1950) worstelde er heel zijn lastige leven mee. Hij bestond, maar wel aan de rand van het bestaan. Hij was een van die Sovjetburgers die Maxim Gorki 'uitgewiste mensen' noemde, individuen die weinig nut hadden voor het regime en op minuscule kamertjes in Moskou hokten.
Krzjizjanovski was nochtans een spitsvondige, absurdistisch geniale schrijver, lees er zijn Autobiografie van een lijk en andere verhalen maar op na. Maar de verhalen over 'nauwelijks-ikken' als hijzelf vonden geen genade in de ogen van de Sovjetcensuur. 'Mijn manuscripten keerden steevast terug naar mijn bureaulade; verfomfaaid, beduimeld, bont en blauw gestampt door de stempels' klaagt een personage in De Letterdodersclub (1926). In deze kleine, vroege novelle staat de vraag van Shakespeare - bestaan of niet bestaan? - centraal. Niet alleen mensen kunnen uitgewist worden, maar ook letters, woorden en boeken.
Want wat is een boek? De schrijver Zez legt het uit aan een naamloze verteller. Een boek is een 'luchtbel boven een drenkeling'. Een boek usurpeert het leven, de verhalen van een individu door er onveranderlijk te zijn. 'Eén boek meer in de bibliotheek betekent één persoon minder in het leven.' Daarbij dringen al die boeken hun ideeën op aan de lezer, zodat zijn verbeelding wordt tenietgedaan. En de arme woorden, constant getemd door dat legertje professionele schrijvers! 'Als de woorden die de regels bewandelen levende wezens waren, zouden ze de spleet van de penpunt evenzeer vrezen en haten als afgerichte dieren de verheven zweep.'
De oplossing van Zez is simpel: niets meer neerschrijven. Door in het land van de zuivere concepties te blijven zal de niet-gematerialiseerde literatuur zijn levendigheid en authenticiteit terugkrijgen. Met dat doel voor ogen zit Zez elke zaterdag de Letterdodersclub voor. Zeven niet-schrijvers, luisterend naar onzin-namen (Daz, Tud, Fev, Hix, Sog, Rar), dragen er hun concepties voor. De verteller mag een paar weken meeluisteren.
Ex-mensen
Zo hoort hij een Shakespeare-conceptie waarin Hamlet ontdubbeld wordt in De Rol en de acteur, en het is de vraag welke historische Hamletvertolker uit het Land Der Rollen dat 'Zijn of niet zijn' mag belichamen. Een musicus-schrijver ontdekt een Evangelie van de Stilte in de bijbelpassages waarin Jezus zwijgt en beslist of zwijgen of schrijven de betere optie is. In een futuristische conceptie die doet denken aan het werk van Jevgeni Zamjatin worden de spieren van mensen losgekoppeld van hun psyche en aangesloten op een machine (de 'Ex'), waardoor er legers 'ex-mensen' door de straten marcheren, arbeidskrachten voor een brave new world. Ze worden ruim behuisd en krijgen goed te eten, maar 'hun psyche, afgesneden van de buitenwereld (...) liet op geen enkele manier weten dat ze bestonden.'
Het verhaal over de machinegestuurde mensen is het hoogtepunt van De Letterdodersclub en het verdiende zijn eigen roman. Maar het zou nooit voorbij de censor geraakt zijn. Is het misschien daarom dat het kaderverhaal van deze novelle - de verteller die al dan niet aan de slag gaat met de 'concepties' van de niet-schrijvers - wat slordig opgezet is en onbestemd eindigt? Is het daarom dat de Hamlet-deconstructie wat té spitsvondig is en van de lezer een diepgaande literatuurkennis of een grondige lectuur van het bijgevoegde notenapparaat vraagt?
Je krijgt de indruk dat Krzjizjanovski, zelf lid van een zaterdagse voordrachtclub, deze tekst voor insiders schreef. Als 'uitgewiste' mens en schrijver in de marge kon hij toch al nauwelijks hopen op publicatie. Zijn of niet zijn, schrijven of niet schrijven, woorden temmen of woorden wissen - soms is het een existentieel probleem, soms wordt het je van hogerhand opgedrongen. Voor Krzjizjanovski was het misschien het ene én het andere.
Vertaald door Els de Roon Hertoge en Annelies de hertogh, Vleugels, 142 blz., 23,95 €.
Emilia Menkveld
ru/eb/26 f
Op 28 december 1950 schreef de Russische dichter en vertaler Georgi Sjengeli in zijn dagboek: 'Vandaag (...) is Sigizmoend Dominikovitsj Krzjizjanovski gestorven, miskend genie, schrijver en fantast, die in talent niet onderdeed voor Edgar Allan Poe en Aleksandr Grin. Tijdens zijn leven werd er geen letter van hem gepubliceerd.'
Nu klopt dat niet helemaal - een deel van Krzjizjanovski's vroegste werk is wel degelijk in druk verschenen - maar verder heeft de dagboekschrijver geen woord te veel gezegd. Wat een fantasierijke, slimme, geslepen verhalen heeft Sigizmoend Krzjizjanovski (Kiev, 1887 - Moskou, 1950) nagelaten. Pas zo'n dertig jaar na zijn dood werd het oeuvre ontdekt, mede dankzij Sjengeli's lovende woorden. Na de verhalenbundel Autobiografie van een lijk (2020) is bij uitgeverij Vleugels nu ook de novelle De Letterdodersclub verschenen in een mooie vertaling van Annelies de hertogh en Els de Roon Hertoge.
Waarom Krzjizjanovski's carrière niet van de grond kwam, laat zich raden. In de woelige periode rond de Oktoberrevolutie in 1917 had hij zijn werk als jurist moeten opgeven. Zijn sociale status en privileges was hij kwijtgeraakt onder de nieuwe communistische machthebbers. Met lezingen kreeg hij begin jaren twintig enige bekendheid, maar zijn werk was meestal te kritisch of te experimenteel om de Sovjet-censuur te doorstaan. En kwam hij er eindelijk eens doorheen, dan ging zijn uitgever failliet. Of stond de Tweede Wereldoorlog op uitbreken.
In De Letterdodersclub geeft Krzjizjanovski een bijzondere draai aan het 'drukinktloze' schrijversbestaan. Elke zaterdag komt een groep schrijvers bijeen - net als in de Moskouse literaire kring waartoe Krzizjanovski zelf behoorde. Ze treffen elkaar in een donkere kamer met lege boekenplanken, waar inkt en papier uit den boze zijn. (Als iemand toch stiekem een manuscript bij zich blijkt te dragen, wordt dat rücksichtslos in het vuur gegooid.) De schrijvers verafschuwen tekst in materiële vorm; hun verhalen - elke week één - mogen alleen als 'concepties' bestaan. Alleen zo kunnen ze blijven leven en veranderen, in een voortdurende staat van interpretatie. Een geschreven tekst is een dode tekst.
De verteller, een nieuweling in de groep, komt oren en ogen tekort. We krijgen een complexe toneeltekst over Hamlet te lezen, waarin personages en rollen zich steeds verder uitsplitsen; Guilden en Stern gaan met elkaar in gesprek, acteurs ontmoeten hun rollen. De concipieerder van het volgende verhaal moet twee keer opnieuw beginnen voordat het gezelschap tevreden is. Het is een feest van vertelkunst, dat uitmondt in vragen als: wat is de status van verhalen in de wereld, en wat betekent het om die op te schrijven (of juist niet)? Ironische twist: dit alles lezen wij in drukinkt.
Het hoogtepunt van De Letterdodersclub is een lang en luguber verhaal over de 'ex-machine', een uitvinding waarmee het spierstelsel kan worden losgekoppeld van het brein. Eerst ingezet bij geesteszieken, om de staat miljoenen extra arbeidskrachten te bezorgen, later uitgerold in bijna de gehele maatschappij. Een enkele journalist durft in opstand te komen en publiceert teksten als: 'Men mag een mens niet met geweld een hem volkomen vreemd, kunstmatig leven opdringen.' Hij verdwijnt van de radar en krijgt daarna alleen nog staatspropaganda uit zijn pen. Zijn spieren worden voortaan door de overheid gestuurd.
Filosofische of maatschappelijke vraagstukken uitwerken aan de hand van een absurdistisch gegeven: het is een van Krzjizjanovski's specialiteiten. Zo ook in Autobiografie van een lijk - iets toegankelijker dan De Letterdodersclub, en zeker zo vermakelijk. In 'Quadraturine' laat een man zich verleiden tot de aankoop van een groeimiddel voor kamers; in de jaren twintig kwamen er commissies langs de deuren om te controleren of men zich hield aan de maximaal toegestane woonoppervlakte. Zijn knusse kamertje van 8 vierkante meter dijt uit tot een grote, kille balzaal.
In een ander verhaal wordt een wereldwijde energiecrisis bezworen met 'gele steenkool', opgewekt uit menselijke haat en nijd. Lees ook hoe Krzjizjanovski de staat van de planeet beschrijft: 'De aarde had koorts. Gegeseld door diens gele zweepslagen draaide ze om de zon heen als een derwisj die zijn woeste dans ten einde danst.'
Is dan elk verhaal geëngageerd? Nee hoor. 'De weggelopen vingers' is een geestig verslag van een rampzalig pianoconcert. De meesterpianist is net een paar maten op weg als de vingers van zijn rechterhand op hol slaan. 'Daar schoot het vierde octaaf voorbij met zijn glazerige gerinkel, daar piepten de extra toetsen van de discant, daar klonk het doffe getrommel van nagels op de zwarte richel die het klavier omlijstte. Een wanhopige ruk... en de vingers maakten zich met hand en al los uit de manchet van de pianist.' Over de geboenwaste parketvloer trippelen de 'losruksels' naar de uitgang het avontuur tegemoet.
*****
Sigizmoend Krzjizjanovski, De Letter- dodersclub. Uit het Russisch vertaald door Annelies de hertogh en Els de Roon Hertoge. Vleugels; 144 pagina's; € 23,95.
*****
Sigizmoend Krzjizjanovski, Autobiografie van een lijk. Uit het Russisch vertaald door Annelies de hertogh en Els de Roon Hertoge. Vleugels; 128 pagina's; € 23,95.
Louis Smit
Roman van een Russische schrijver (1887-1950), kind van Poolse ouders, die rechten studeerde in Kiev en onder meer als leraar werkte. In 1922 verhuisde hij naar Moskou, waar hij bij voorleesavonden veel publiek trok. Hij was ook auteur van operalibretto’s. Wegens de censuur had hij problemen om zijn werk gepubliceerd te krijgen. De roman, uit 1926, beschrijft een geheim genootschap van zelfverklaarde bedenkers van ‘concepties’. De verhalen die zij met elkaar delen wedijveren in absurditeit. Een ervan gaat over ‘ex-mensen’ die machinematig functioneren. Is dat mogelijk een toespeling op de Sovjetmaatschappij van na de Oktoberrevolutie? Het niet zo toegankelijke boek is iets voor belezen fijnproevers. Het wemelt namelijk van moeilijke termen, Bijbelse citaten en verwijzingen naar mythologie en naar, bijvoorbeeld, Shakespeare. De elf pagina’s met noten zijn even verhelderend als welkom. Zo ook het korte nawoord van de twee vertaalsters, die een groot compliment verdienen. Vooral geschikt voor erudiete liefhebbers van Russische literatuur.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.