Ik kom terug : roman
Adriaan Van Dis
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Augustus, 2021 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : VAND |
Mark Schaevers
rt/aa/09 m
*****
‘God had aan de wind gedraaid.’ Fraaie zinnen heeft Adriaan van Dis altijd bij de vleet kunnen schrijven. Hier heeft hij het over een orkaan, de eerste die Neder land treft. We zijn in 2030, maar een echte toekomst roman is ‘KliFi’ niet. Van Dis heeft enkele ontwikkelingen die we vandaag al zien maar een klein eindje doorgetrokken, kennelijk vanuit de redenering dat je niet erg ver vooruit moet lopen om op veel ellende uit te komen. ‘KliFi’ staat voor ‘klimaatfictie’, een begrip dat in zijn Engelse versie, clifi, al een beetje naam heeft gemaakt: schrijvers lopen vooruit op de nachtmerrie die ons wacht. In het Nederland van 2030 heeft het populisme een Nieuwe Orde en een autoritaire president gebaard. De man wordt voorgesteld als een nar, heeft dus trekken van Donald Trump (‘Geen intellectueel neemt hem serieus en daarom is zijn invloed zo groot’), maar met zijn op het verleden gerichte cultuurvisie en zijn ijdel tuiterij doet hij nog het meest aan Thierry Baudet denken. Dat de President ook een klimaatontkenner is, zal niet verrassen, en dus worden de gevolgen van de orkaan die Nederland heeft getroffen geminimaliseerd, gecensureerd. Dat zint de hoofdfiguur van het boek, exbibliothecaris Jákob Hemmelbahn, van geen kanten. Wonend aan een rivier in een ver achterland heeft Hemmelbahn, op zijn wat hoger gelegen terp, de aangerichte ravage al te goed kunnen aanschouwen. In zijn buurt is een hele wijk weggespoeld, die werd bewoond door een divers gezelschap klimaatvluchte lingen. De lijken omringen hem, zijn huis wordt een door militairen bemand noodhospitaal voor de overlevenden. Jákob Hemmelbahn besluit terug te slaan met een boek, ‘een vuist in woorden’. Daarin tekent hij de verhalen van de drenkelingen op. Er zitten nogal wat onwaarschijnlijke figuren tussen, maar dat kán in een boek dat een parabel is, geen realistische vertelling. In ‘KliFi’ mogen ook spreeuwen een woordje meespreken. Als ze dat doen, krijgen ze zelfs een eigen letterkorps – ‘KliFi’ is ook nog eens een typografisch experiment. Als hij zich een dictatuur voorstelt, verwerkt Van Dis daarin een aantal parallellen met de voormalige Oost bloklanden. Hemmelbahn, van Hongaarse afkomst trouwens, moet bij het schrijven vechten met een innerlijke censor, en het regime stuurt ook iemand uit om z’n bestanden te kopiëren. De President misbruikt het noodweer voor een schoonmaakoperatie: vreemdelingen worden over de grens gezet. De ongewensten besluiten tot actie over te gaan. Daarop slaat allicht de ondertitel van het boek, ‘Woede in de republiek Nederland’. Het eisenplatform is wat vaag: willen ze vooral de ontkenning van de klimaatcrisis bevechten, of aandacht opeisen voor hun eigen problemen? In ieder geval: het plan is in te breken in een tv-talkshow. Leuke definitie van een talkshow schrijft Van Dis trouwens: ‘een bont gezelschap dat reclame voor zichzelf maakt’. De actie mislukt, en of Hemmelbahn, die zich afzijdig heeft gehouden, wel zal slagen met zíjn actie, zijn boek, is zeer de vraag. Hij verliest het geloof in wat uiteindelijk ook maar een ijdele onderneming is, nog debuteren op z’n 84ste. Zonder zijn lot in detail te verklappen: het eindigt niet goed met Jákob Hemmelbahn. Is de moraal van het verhaal dat tegen de voortschrijdende vernietiging van de aarde geen literair probeersel opgewassen is? Niet noodzakelijk, want helemaal aan het eind voert Van Dis een schrijver op, mogelijk hijzelf, met een optimistischer ingesteldheid, die ook een andere ontknoping voor mogelijk had gehouden: ‘Misschien kunnen we het noodlot samen nog een knietje geven…’ Het verhaal van Jákob Hemmelbahn wordt in dat nawoord ‘een schot in de lucht’ genoemd. Is dat een schot dat helemaal nergens toe dient, of een nuttig alarmschot? Van Dis pendelt tussen strijdbaarheid en een opstelling als satirisch observator, tussen een hem aangeboren vrolijkheid en bitterheid om wat hij allemaal te zien krijgt. Dat maakt van ‘KliFi’ een interessante reflectie over een op hol geslagen wereld.
F. Hockx
In het Nederland van rond 2030, een republiek onder leiding van een populistische president die de media controleert, heeft als gevolg van de klimaatverandering een orkaan huisgehouden. Slachtoffers zijn er in een laaggelegen woonoord van vluchtelingen en verschoppelingen. Overlevenden worden ondergebracht in de woning van de 84-jarige ex-bibliothecaris Jákob Hemmelbahn, in 1956 met zijn ouders gevlucht uit Hongarije. De regering ontkent de gevolgen en als gevolg daarvan groeit bij Jákob de woede. Hij verzamelt de verhalen van slachtoffers en schrijft een pamflet (‘Klifi’, Klimaat Fictie), maar ziet zich genoodzaakt tot zelfcensuur om kans op publicatie te maken. De gevolgen daarvan ziet de lezer in de tekst. De door een grote letter en ruime interlinie tot romanlengte opgedikte grillige vertelling toont de zorg van de populaire auteur (1946), die ook in eerder werk maatschappelijke betrokkenheid toonde. Hier haalt hij veel overhoop in kort bestek, waarbij vooral de bijfiguren niet echt tot leven komen. Een actueel boek, maar te luchtig voor een dystopie en niet komisch genoeg voor een satire.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.