De Poolse bokser
Eduardo Halfon
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Wereldbibliotheek, © 2020 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : HALF |
Marijke Arijs
us/ug/29 a
Er schittert een gloednieuwe ster aan het Latijns-Amerikaanse schrijversfirmament. De Gualtemalteekse schrijver Eduardo Halfon is druk bezig met zijn autofictionele verhalen de lezende wereld te veroveren. Vorig jaar ontsloot uitgeverij Wereldbibliotheek drie van zijn bundels voor het Nederlandstalige publiek onder de titel De Poolse bokser. Nu verschijnt Duel, de vertaling van de novelle Duelo (2017) en de zes verhalen uit Signor Hoffman (2015).
De auteur verdiept zich eens te meer in zijn complexe familiegeschiedenis. Hoe kan het ook anders, als je bent geboren in een kleurrijke joodse familie die bestaat uit een ratjetoe van nationaliteiten? Halfons overgrootouders waren afkomstig uit Oekraïne, Egypte, Palestina en Spanje, zijn grootvaders uit Łódź en Beiroet en zijn grootmoeders uit Alexandrië en Aleppo. Hun kleinzoon kwam ter wereld in Guatemala, groeide op in de Verenigde Staten en is nu tijdelijk neergestreken in Parijs. Schrijven doet hij in het Spaans en denken in het Engels, met flarden Frans en Arabisch erdoorheen. Nogal wiedes dat zijn werk één eindeloze zoektocht is naar een ongrijpbare identiteit.
Ontworteld
In Duel laat de auteur een zekere Eduardo Halfon, ingenieur van opleiding en schrijver van beroep, de halve wereld afreizen om familiegeheimen te ontrafelen. Of zijn alter ego met hem samenvalt is nog de vraag, maar wat doet dat ertoe? Per slot, zegt de verteller, veranderen we uiteindelijk allemaal in ons eigen verzinsel. Zelfs zijn naam staat op losse schroeven. Zo wordt hij geregeld Hoffman genoemd, naar de gelijknamige Amerikaanse acteur en naar de beroemde Duitse auteur en componist. E.T.A. Hoffmann was aan het einde van de achttiende eeuw een tijdlang ambtenaar in Polen. In die hoedanigheid moest hij de joden namen geven, toen ze zich dienden te laten registreren. Dat land is niet toevallig de heimat van zijn Poolse opa, ons welbekend uit De Poolse bokser. De man overleefde verschillende concentratiekampen, emigreerde na de oorlog naar Guatemala en zou nooit meer terugkeren naar zijn geboorteland. 'De Polen, zei hij, die hebben ons verraden.' Kort voor zijn overlijden krabbelde hij op een post-it het adres van zijn voormalige huis in Łódź, als een stille wenk voor zijn kleinzoon, die prompt een pelgrimage ondernam.
De lezer wordt van hot naar her gesleept, want als rechtgeaarde ontwortelde is Halfon overal op doortocht en voelt hij zich nergens thuis, zelfs niet in zijn geboorteland. In D e Poolse bokser ging de reis naar Servië, Israël en Polen. Deze keer worden we op sleeptouw genomen naar Calabrië, Berlijn, New York en de Guatemalteekse hoogvlakte. We doen Ferramonte di Tarsia aan, het grootste van de vijftien door Mussolini gebouwde kampen, bezoeken Sachsenhausen, struikelen in Keulen over een paar Stolpersteine en eindigen in het getto van Łódź. In het appartement waar zijn grootvader in 1939 door de Gestapo was opgepakt, blijkt nu een verlepte pornoactrice te wonen. De auteur is overigens volstrekt niet geïnteresseerd in concentratiekampen, voor hem zijn het 'een soort toeristische attracties die een slaatje probeerden te slaan uit menselijk lijden'.
Klaaglied
Behalve zijn Poolse voorvader maakt ook Halfons Libanese opa zijn opwachting, in het titelverhaal dat onmiskenbaar een magisch realistisch tintje heeft. In de herinnering van de verteller komt een kinderlijkje bovendrijven. Is de kleine Salomón, de broer van zijn vader, werkelijk verdronken in het meer van Amatitlán, of is hij op zijn vijfde gestorven in New York? De gapende gaten in zijn familiegeschiedenis worden gevuld met nieuwe twijfels en er worden meer vragen opgeworpen dan beantwoord, want het verleden is minstens zo duister en troebel als het water van het meer, dat talloze mensenlevens heeft opgeslokt. Duel is een soort klaaglied, een kaddisj voor al die dierbaren die het leven hebben gelaten, in de kampen en in dat meer met de kleur van erwtensoep, maar zwaar op de hand wordt het nooit, want Halfon is een meester in zelfrelativering. Geduldig weeft hij zijn web van vertellingen, waarin de lezer zich maar al te graag laat verstrikken. Elk van zijn verhalen is een nieuw hoofdstuk in hetzelfde boek, een nieuwe etappe van dezelfde reis, een nieuw stuk van een puzzel die wellicht nooit in elkaar zal passen.
Vertaald door Lisa Thunnissen, Wereldbibliotheek, 192 blz., 21,99 €.
Roderik Six
ob/kt/07 o
Verregend en verdwaald staat Eduardo Halfon op een straathoek in Harlem. Een mooie Afrikaanse vrouw met rode cowboylaarzen spreekt hem aan. Of hij op zoek is naar Marjorie? Verbluft beaamt Halfon, bang dat ze gedachten kan lezen. Zij is niet verbaasd: iedereen hier zoekt Marjorie, zeker op zondag, wanneer ze haar beruchte jazzconcerten organiseert ter ere van haar overleden zoon. Want de lange zondagen zijn de ergste – op Zijn hoogdag schrijnt het gemis het meest. Halfon laat zich door de zwarte schone meetronen naar het bewuste appartement. Er zou meer kunnen gebeuren maar: ‘Zo stonden we daar, secondenlang, elk aan een eigen kant van de deuren.’
Net als in zijn vorige bundel De Poolse bokser dwaalt Eduardo over de aarde, op zoek naar zijn voorouders, op zoek naar zijn identiteit. Een echt doel heeft zijn queeste niet. Je krijgt de indruk dat hij meer wil weten over de concentratiekampen waar zijn Joodse grootvader gevangen zat, of over die ene ring, of over dat verdronken jongetje Salomon, maar de reis is belangrijker dan de bestemming. Per toeval stuit hij op verhalen en telkens als hij een grens oversteekt, groeit er een nieuwe huid over zijn gelaat – identiteit is een flou gegeven.
Soms krijgt Eduardo zelfs een nieuwe naam, Hoffman, wat hem doet denken aan zijn ontmoeting met Philip Seymour Hoffman, niet toevallig een rasacteur die van gedaanteverwisselingen zijn beroep maakte, tot hij ten slotte zichzelf kwijtraakte.
Elk verhaal in Duel baadt in een jachtige weemoed en Halfon giet zijn onrust in poëtische zinnen, doordrenkt van dood en droefenis. Terwijl hij op avontuur trekt, sta je als lezer stil, lamgeslagen door zijn prachtige stijl en diepmenselijke ontmoetingen. Of zoals hij het schrijft: ‘Taal is een kolibrie, die van hot naar her vliegt met de gedachten van mensen.’
****
Wereldbibliotheek (oorspronkelijke titel: Duelo), 190 blz., € 21,99.
Maarten Steenmeijer
Eduardo Halfon (1971) stamt uit een gezin met joods-Poolse, Egyptische, Syrische en Libanese wortels. Hij werd geboren in Guatemala, verhuisde op zijn tiende naar de Verenigde Staten en schrijft in het Spaans. Zijn complexe achtergrond vormt de onderstroom van de mooie verhalen in de eerdere bundel 'De Poolse bokser'* en dat geldt ook voor deze tweede, niet minder intrigerende bundel autobiografische verhalen. Dat Halfon vaak op reis is, mag symbolisch heten voor de onbestemdheid van zijn identiteit. Zo maken verhalen als ‘O getto, mijn lief’ en ‘Signor Hoffman’ duidelijk dat hij zich verbonden voelt met zijn joodse achtergrond, maar daar niet mee samenvalt. In ‘Bamboe’ en ‘De vogels zijn terug’ reist hij door zijn geboorteland Guatemala, waar hij zich een vreemdeling voelt en toch ook weer niet. Bijna terloops graaft Halfon in het complexe verleden van zijn familie en probeert hij zijn eigen gedachten en gevoelens in kaart te brengen. Daarnaast kijkt hij ook scherp om zich heen. Deze combinatie maakt zijn verhalen even veelzijdig als de identiteiten die hij daarin verkent.
Jann Ruyters
te/ep/05 s
In 'Duel' reizen we mee met de verteller die net als de schrijver Eduardo Halfon heet, maar wiens achternaam steeds verkeerd wordt verstaan. Zo opent deze verhalenbundel met een interview in een voormalig concentratiekamp, nu museum, in Calabrië, waar de verteller/schrijver per abuis wordt aangekondigd als Eduardo Hoffman - gelijk de geliefde Amerikaanse acteur wiens voortijdige dood de volgende dag wereldnieuws zal zijn.
Die steeds verbasterde achternaam illustreert de dooltocht van deze in Guatemala geboren maar vanaf zijn tiende in de VS opgegroeide auteur, wiens Joodse grootouders uit Polen, Libanon, Syrië en Egypte komen. Zie dan maar eens vaste grond te vinden. Halfon bezoekt (vergeefs) het geboortehuis van zijn grootvader in Lodz, waar nu een oude porno-actrice woont, een zondagmiddagjazzconcert in New York, een noodlijdende koffieplantage in Guatemala. Prachtig is het verhaal 'Wit zand, zwarte stenen' waarin de verteller met een geleende auto, een verlopen paspoort en een leeggelopen accu blijft steken in het niemandsland tussen Guatemala en Belize. Passerende vrachtwagenchauffeurs halen hun schouders erbij op. 'Ik voelde iets in mijn knieën. Misschien onmacht. Misschien een vernietigende eenzaamheid. Misschien paniek omdat ik met de minuut verder verstrikt raakte in een uitgestrekt web van oplichters.' Aan de vinger van een vadsige douanebeambte meent de verteller de ooit ontvreemde ring van zijn grootvader te zien. Hoe vlucht en ontworteling ook volgende generaties tot zwerven (en fabuleren) dwingt.
Vert. Lisa Thunnissen Wereldbibliotheek; 189 blz., € 21,99.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.