Als de winter voorbij is
Thomas Verbogt
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Nieuw Amsterdam, © 2020 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : VERB |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Nieuw Amsterdam, © 2020 |
VOLWASSENEN : ROMANS : VERB |
Maria Vlaar
il/pr/24 a
Zijn we niet allemaal voortdurend op zoek naar hoe te leven? In ieder geval wel de toneelschrijver van halverwege de zestig in Als je de stilte ziet, de nieuwe roman van Thomas Verbogt (67), die een verdraaid goede hand heeft in het verzinnen van personages die sprekend op hemzelf lijken. Verbogt heeft een grappig filosofische toon, waarbij lichtheid verhult hoe diepzinnig hij is. Naar licht lijken de schrijver en zijn hoofdpersoon permanent rond te speuren. Verbogts programma als schrijver is samen te vatten in een zin van hemzelf: 'Het is al gebeurd, maar het gebeurt weer.' Over zijn roman Hoe alles moest beginnen uit 2017 schreef ik dat de details in zijn beschrijving zo dicht bij de oorspronkelijke ervaring komen, dat het tijdsverloop lijkt te worden opgeheven. Dat geldt ook voor Als je de stilte ziet, waarin hij het verleden beschrijft als een aantal levensveranderende en op het oog onbelangrijke gebeurtenissen die min of meer toevallig lijken op te duiken in zijn herinnering. Vooral proberen het leven níet te begrijpen maakt het 'hoe te leven' lichter. Verbogt wil een schrijver zijn die het níet weet, die níet duidt, maar vooral vragen stelt.
Zijn grootste troef is zijn stijl. Bij hem kan in de vraag 'Weet je nog?' een 'dunne droefheid' zitten, kan een woonkamer 'koel geurend' en een gebaar 'stamelend' zijn, kan licht 'als water in het gras' trekken en kunnen grapjes 'een romig tijdverschijnsel' zijn. Fijnproevers zullen smullen van Verbogts taal.
Terugdenker
De toneelschrijver geeft aan wel te verlangen naar verbinding, maar er niet toe in staat te zijn. Met zijn instemming wordt hij 'vluchtig' en 'verstrakt' genoemd, angstig, verlegen en overgevoelig, licht pathetisch, een man die slecht met zijn vrienden omging 'omdat ik slecht met mezelf omging'. De mensen die zich op zijn levenspad begeven hebben met elkaar gemeen dat ze allemaal na een poosje uit zijn zicht verdwijnen. Dat begint met zijn zus Marleen, zijn pleegbroer Sander en zijn jeugdliefde Martha, drie personages die een rode draad vormen in de roman. Maar de geschiedenis herhaalt zich bij andere liefdes, zoals die met Lena. Hij ontmoet haar in de trein uit Parijs en ze trekt meteen bij hem in, om dicht bij haar stervende vader te zijn. Na diens dood vertrekt ze abrupt uit zijn leven. Ook circusartieste Kaia, met wie hij een dochtertje, Iris, krijgt, komt en gaat wanneer zij dat wil. Hij leert te fantaseren over hoe hij Iris mee opvoedt en met haar naar de dierentuin en de kermis gaat: 'honderden keren verzon ik gretig haar aanwezigheid'. Hij is een 'terugdenker' geworden die lak heeft aan chronologie. In zijn herinnering gebeurt alles nu en opnieuw. Die gebeurtenissen smeedt hij tot prachtige tableaux vivants waarmee heel zijn levensloop tot leven wordt gewekt. En de lezer vraagt zich steeds meer af: Waarom is hij zo onthecht? Wat is de gebeurtenis die juist dit leven een beslissende wending heeft gegeven?
Pas aan het einde van het boek verrast Verbogt met een sterk plot dat overal onder blijkt te hebben gelegen. Tijdens een toneeluitvoering van de seventies cultfilm India song van Marguerite Duras komen de verhaallijnen samen. Bijna vijftig jaar na 'de gebeurtenis' die achteraf levensbepalend blijkt te zijn drijven het bijbehorende trauma en de daaropvolgende woede naar boven, en niet alleen bij hemzelf. De levens van de toneelschrijver, van Marleen, Sander en Martha, en zelfs van Lena, Kaia en Iris zijn ongezien gestuurd naar de woonboot aan de rand van het stadscentrum waar de toneelschrijver zich in zijn eigen hoofd heeft teruggetrokken. Met milde blik bekijkt hij zichzelf en overziet hij zijn leven. De moeder van de toneelschrijver zei 'fris' als ze gezellig bedoelde: 'Jongens, laten we het fris houden.' Het had allemaal beter gekund, en toch is het goed. Fris.
Nieuw Amsterdam, 272 blz., 20,99 € (e-boek 12,99 €).
Marnix Verplancke
rt/aa/04 m
‘The past is a foreign country; they do things differently there’ , schreef L.P. Hartley in zijn roman The Go-Between . Als er één Nederlandstalige schrijver van die slagzin een leidraad heeft gemaakt, dan wel Thomas Verbogt. Keer op keer laat hij zijn personages terugkeren naar het vreemde land dat hun verleden is en laat hij hen ontdekken dat wat ze zich herinneren misschien alleen maar hun eigen versie van de feiten is, die niet per se hoeft te stroken met die van anderen. Zo ook in zijn nieuwste roman, die als uitgangspunt een burenruzie heeft. Toen de verteller een tiener was, was hij getuige van een vechtpartij tussen zijn vader en de aan een oorlogstrauma lijdende overbuur, meneer Hempel. Vader zag hoe Hempel zijn vrouw sloeg en schopte en kwam tussenbeide, wat hem op een paar flinke klappen te staan kwam. Meneer Hempel bleek emotioneel te labiel om nog in de maatschappij te functioneren en kwam in een inrichting terecht. Mevrouw Hempel zat psychisch ook op het randje en besloot een tijdje naar haar zus in Nieuw-Zeeland te verhuizen. Dus bleef alleen Alexander Hempel over, de zoon van het koppel, die ongeveer de leeftijd van de verteller had. Omdat de vader van die laatste zich toch wat schuldig voelde, kwam hij met het idee om Alexander op te vangen. Hij werd ‘onze pleeg’, zoals de verteller wel eens schertsend zei, maar als hij eerlijk was, zag hij die pleeg toch liever gaan dan komen. Niet alleen palmde hij zijn oudere zus Marleen in, Alexander leek ook een nefaste invloed te hebben op het welvaren van de verteller zelf. En dat bleef zo, ook nadat de pleeg naar Groningen was vertrokken om te studeren. Dat Martha, de grote liefde van de verteller, hem na een kus van vijf minuten de rug had toegekeerd en nooit meer was teruggekomen, en dat ze niet op zijn uitnodiging was ingegaan om samen met hem zijn twintigste verjaardag te vieren, weet hij bijvoorbeeld ook aan Alexander.
Alexanders onzichtbare invloed wordt een beetje het verhaal van het leven van de verteller, én van Als je de stilte ziet . Je zou deze roman nog het best kunnen omschrijven als een verfijnde karakterstudie van een man met een zwaar beschadigd zelfbeeld. Wanneer je op jezelf blijft, riskeer je niets te zullen verliezen, bedenkt de verteller zich ergens in het boek, terwijl je heel veel op het spel zet door een relatie aan te gaan. ‘Als we in ons hart kijken, willen we dan niet het liefst alleen zijn?’ vraagt een van zijn latere geliefdes hem, waarop hij antwoordt: ‘Kunnen we iets anders?’ Daardoor bestaat zijn leven uit een aaneenschakeling van scènes die stuk voor stuk op een bepaald moment afbreken. ‘We waren minnaars, ’ typeert hij zijn band met een vrouw, ‘maar we hadden geen relatie.’ Of zoals zijn zus hem verwijt: ‘Je bent zo vluchtig’.
In Als je de stilte ziet krijgt de inmiddels vijfenzestigjarige verteller de kans om in het reine te komen met zijn verleden. Hij komt Marleen, Alexander en zelfs Martha op het spoor en ontdekt dat hij, als een klassieke tragische held, het slachtoffer is geworden van zijn eigen waanbeelden. Alleen is het deus-ex-machinagehalte van dat inzicht net iets te groot om echt geloofwaardig te zijn, en dat is jammer voor een boek dat voor het overige excelleert in evenwicht en subtiliteit.
***
Nieuw Amsterdam, 271 blz., € 20,99.
C.C. Oliemans
De hoofdpersoon van deze roman is een al wat oudere toneelschrijver. In zijn herinneringen komen twee mensen steeds weer terug. De ene is Martha, het meisje op wie hij in zijn jeugd verliefd was, maar toen hij er eindelijk in slaagde een afspraakje met haar te maken kwam ze onverwachts niet opdagen. De andere is Sander, een buurjongen die door zijn ouders in huis werd genomen na een gewelddadige psychotische episode van zijn (Sanders) vader. Ondanks hun nabijheid hebben Sander en de verteller nooit een goede band opgebouwd, en pas vele jaren later wordt duidelijk waarom. Een verhaal met weinig plot dat eerder bestaat bij de gratie van de melancholie en de onvervulde verlangens die samengaan met het ouder worden van de hoofdpersoon. De uiteindelijke onthullingen omtrent Sander en Martha zijn misschien niet zo schokkend als de lezer door de suggestieve opbouw zou verwachten, maar door de stijl en de vele gedachtespinsels blijft het boek toch redelijk boeiend.
Rob Schouten
rt/aa/21 m
De eerste keer dat ik iets van Thomas Verbogt (1952) las was in het muziekblad Oor, waarin hij in een artikel over Neil Young schreef dat hij zich verwant voelde met die zanger en zijn melancholieke levensgevoel: Old man look at my life, I'm a lot like you were.
Het is iets wat mijn lezing van Verbogt definitief heeft beïnvloed, het gevoel dat hij op zoek is naar zielsverwantschap, en naar dingen die het leven betekenis geven. Gevoelige zaken die hij niet schuwt en waarover hij niet stoer doet. Verbogt is het tegendeel van de harde, cynische schrijver die wel eens zal laten zien hoe de wereld er écht uitziet. Hij is wat je noemt een gevoelige jongen gebleven, in zekere zin een puber die het ook allemaal nog niet weet.
In zijn jongste roman 'Als je de stilte ziet' zijn het Bob Dylan en de cellosuites van Bach die de muzikale achtergrond vormen maar ze vertegenwoordigen hetzelfde als de muziek en teksten van Neil Young: het verlangen naar iets, hunkering zelfs al weet je niet precies naar wat! Dat 'je ne sais quoi'- gevoel, waar de oude romantici al mee rondliepen en dat de afgelopen decennia in de Nederlandse literatuur tamelijk sleets begon te worden, heeft bij Verbogt in de loop een geheel eigen invulling gekregen.
Hij is al jaren geleden opgehouden met zich te schamen voor zijn eigen sentimentaliteit, zoals hij ook niet langer spijt heeft van gedane zaken: "Ik zette alles wat dramatisch kon klinken overboord, ik bedoel dat het best dramatisch kon klinken, vast, maar ik trok me er niks van aan, ik minachtte mijn schaamte" en, wat steviger, "Van alles wat ik niet zei heb ik spijt. Maar spijt verdraag ik niet, niet meer. Spijt is oponthoud."
Verbogt is een schaamteloze schrijver maar niet in de gebruikelijke zin van het woord. Hij schaamt zich niet voor zijn emoties, zijn ontroeringen, zijn onvermogen alles te begrijpen. Zo ook in deze nieuwe roman, waarin hij weer eens op zoek gaat naar de gebeurtenissen in zijn leven, een paar vriendschappen, wat liefdes, verwantschappen met deze en gene, een paar keer de dood van zo iemand, de vader van een vriendin, zijn ouders.
Het is allemaal op zich niks bijzonders, de 'ik' in zijn roman houdt van zijn geliefden, hij bekijkt ze, hij probeert zich met hen te identificeren, het gaat weer uit, ze verdwijnen, ze komen na jaren terug, een oude pleegbroer zorgt voor grote onrust toen en nu. Maar het saldo van al die kleine verwikkelingen is een man die intens van het leven probeert te genieten maar er tegelijkertijd zin aan wil geven. "Alles doet er toe. Alles", denkt hij over zijn voorbije liefde voor Kaia, die een kind heeft maar misschien niet van hem.
Meestal is zijn wereld vol, vol met belangstelling voor anderen, met gevoelens en gevoeligheden, maar soms is zij leeg. "Het is gebeurd, denk ik later. Dan kun je er niets meer aan doen, de gebeurtenis doet nog van alles met jou, maar dat is alleen maar afwachten. Bij zo'n gedachte kijk ik naar buiten. Daar is van alles te doen, maar de straat is leeg, de hemel is leeg, ik probeer een omtrek van deze kleine wereld te ontdekken, maar die is er niet. Een paar seconden verveelt de tijd zich met me en daar voel ik me schuldig over."
Met zijn verhalen over voorbije liefdes en gedane zaken is Thomas Verbogt de tekstschrijver van ons tekortschieten, het besef dat alles over gaat en toch ook blijft. Ik ken geen auteur voor wie het verleden , in al zijn vaagheid en onherhaalbaarheid, zo'n concrete aanwezigheid is waar hij almaar mee blijft spelen. Tegelijkertijd is hij de stilist van zijn eigen melancholie, hij formuleert in mooie, gevoelige zinnen.
Dat alles kan me ook wat té sentimenteel worden, misschien moet je een boek als dit ook niet achter elkaar uitlezen, maar eerder mondjesmaat. Hoewel, aan het einde worden er ook nog een paar oude zaken ontknoopt, maar zo gevoelig dat je het nauwelijks merkt. Want ook late ontdekkingen en openbaringen passen in de wrokloze weemoed van deze gevoelige babyboomer.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.