Als de winter voorbij is
Thomas Verbogt
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Nieuw Amsterdam, © 2022 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : VERB |
Maria Vlaar
ua/an/14 j
'Ik wilde van alles een verhaal maken, vooral van wat je moest in je leven, van jezelf, van iemand anders. En als het niet lukte, bedacht je er iets voor.' Thomas Verbogt (70) duikt in Maak het mooi opnieuw in zijn verleden en neemt de lezer mee op dwaaltocht door studentenstad Nijmegen, waar hij leerde lopen, studeerde en met zijn eerste meisjes vree. Die meisjes, inmiddels natuurlijk vrouwen op leeftijd met een heel eigen leven achter zich, roept hij op in herinnering, en soms gaat hij ze gewoon opzoeken en staat voor hun huis. In zijn fantasie is achter die voordeur alles nog hetzelfde, in werkelijkheid houdt de vrouw in kwestie niet meer van Jefferson Airplane maar van Johann Sebastian Bach. Zelf blijft de schrijver - in het boek met dezelfde naam als op het omslag staat - de onzekere, romantische en afhoudende stuntel die hij altijd al was, een personage over wie hij dan weer dik tevreden is en dan weer afschuw voelt. Is dit een roman over spijt? Een beetje wel, tot aan het slot waarin zijn moeder hem opnieuw leert lopen: 'We gaan het doen, jongen, we gaan het allemaal doen.'
Schaamte
Het is inderdaad niet helemaal goed gegaan in dat leven: zo is er een geliefde die een einde aan haar leven maakt, terwijl Thomas had beloofd voor haar te zorgen, en duikt er decennia na een eenmalige nacht een dochter op van wie de schrijver het bestaan niet kende. Verbogt voert in Maak het mooi een schrijverschap op waarin artistieke concentratie logischerwijs zou samengaan met een gebrek aan belangstelling voor anderen: het egocentrische kunstenaarschap, waarin de mannelijke 'ik' het absolute middelpunt van de wereld én enige perspectief is. Voor vaste relaties, gezin en kinderen hebben ze te veel aan hun hoofd en ze hebben vooral ruimte nodig, 'veel ruimte'. En ja, dan is er natuurlijk ook wel iets om op je oude dag spijt over te hebben, zoals hij zelf goed weet. Zit er ironie in deze beschrijving van zichzelf? Zo ja, dan had dat wel een onsje meer gekund naar mijn smaak. De humor die zijn verhalen in Olifant van zeep zo onweerstaanbaar maakte, ontbreekt in dit nieuwe boek. Maak het mooi is nóg zoekender van toon en plotlozer dan Verbogts eerdere romans, zoals het ontroerende Hoe alles moest beginnen.
'Zo nu en dan ben ik zo pathetisch als de ziekte. Daarom zijn er ook mensen die mij niet verdragen', schrijft Verbogt tegen het einde van het boek. Heel zijn leven onzeker in sociaal verkeer en zich overal voor schamend, vooral voor zichzelf, lijkt hij nu de schaamte voorbij en uit op zelfkennis. Dat lukt niet altijd, hij is ook maar een mens: zo zegt hij nooit bang te zijn maar is hij soms toch bang, hij wil interesse opbrengen voor zijn dochter maar vertelt haar vooral zijn eigen herinneringen, zonder iets van haar te weten te komen. Toch denkt hij haar goed te kennen, zoals hij ook zijn vrienden 'door en door kent'.
Paradoxen
Hoezo eigenlijk? Hij moet zorgen voor Nienke, een van zijn kortstondige liefdes en de zus van Jana die zijn hele leven belangrijk voor hem zal blijven, maar tegelijk blijkt uit weinig dat hij echt voor haar zorgt: ze wil zijn zorg niet. Hij durft Jana en haar moeder niet aan te spreken als Nienke blijkt te zijn overleden, en ook Jana kent hij nauwelijks: hij heeft vooral een bepaald beeld van haar, een gevoel dat hij liefst niet aan de werkelijkheid toetst. Maak het mooi zit vol met dergelijke paradoxen, waardoor het is alsof er zomaar iets gezegd wordt, iets wat morgen alweer anders kan zijn, iets wat altijd in het vage zal blijven. En dat past wonderlijk goed bij zijn aarzelende stijl vol tegenstellingen, soms inderdaad pathetisch, dan weer nuchter, die hij bezigt in Maak het mooi. Al het werk van Verbogt lijkt een antwoord op de vraag: hóé schrijf je over het leven dat je leidt? De dochter die hem gelukkig de nodige tegengas geeft, zegt het zo: 'Maak het mooi, de rest van dat leven van je, zorg dat het mooi wordt.' En zo komt het dat hij, allerlei herinneringen ophalend aan meisjes, aan liefdes, aan breuken en rouw in zijn leven, er in taal alsnog iets moois van wil maken.
Nieuw Amsterdam, 303 blz., € 20,99 (e-boek € 12,99).
Onno Blom
ua/an/14 j
'Maak het mooi, de rest van dat leven van je, zorg dat het mooi wordt.' Dat zegt een vriendinnetje, een meisje met sproeten op haar neus tegen Thomas, een dromerige, afwezige jongen na een vluchtige, beschroomde kus.
Thomas Verbogt toont zich in zijn laatste, autobiografische romans met poëtische titels Als de winter voorbij is, Hoe alles moest beginnen en Als je de stilte ziet een ouderwetse romanticus. Wie gebruikt er nog 'mooi' als het om kunst gaat? Heeft de schoonheid niet, naar de al even platgetreden regel van Lucebert, haar gezicht verbrand?
Verbogt trekt zich daar niets van aan. Bij hem geen spoor van cynisme. Was hij vroeger vaak licht en geestig, nu, als man op leeftijd, schroomt hij niet om lichtzinnig en melancholiek over zijn schouder te kijken. Hij zoekt in zijn geheugen en prevelt, stamelt, op zoek naar de juiste woorden voor zijn herinneringen.
Niet voor niets doemt na de aansporing van het meisje, Wiesje heet ze, om het leven mooi te maken een impressionistisch landschap op, een tuin in een volzomerse namiddag. 'Het is een Monet-tuin, de tuin in Giverny, groen en paars en wit, alles ademt zacht in de lauwe zomerwind, fluisterend water, ze brengt haar hand naar haar gezicht, wat doet ze?'
De impressionisten schilderden landschappen met toetsen, vlekken en vegen. Als je dicht bij een doek van Monet komt, is het abstract, klodders verf, maar zet je een stapje terug, dan wordt het voor je ogen een voorstelling. Een vijver, de weerspiegeling van een boom, een waterlelie.
Zo schrijft Verbogt ook in Maak het mooi. Tastend. Hij laat zijn stijl los, zijn zinnen de vrije hand, hij vraagt zich tussendoor van alles af, voegt associatie op associatie. Niets is zeker of rechtlijnig. Daarbij blijft nogal wat onbestemd. Je moet als lezer van zijn geprevel en gestamel je eigen verhaal maken.
Dat is voor Thomas, die niet voor niets zo heet als de schrijver, essentieel: ergens een verhaal van maken om het bestaan aan te kunnen. Voor hem is de verbeelding van levensbelang. De fantasie is noodzaak. Hij weet misschien niet eens of iets waar was of niet, en uiteindelijk telt dat ook niet. Als hij het maar gelooft. 'Mijn fantasie gaf me een leven dat me verwonderde en opeiste.'Dat wil niet zeggen dat het decor van zijn jeugd niet helder en herkenbaar opdoemt. De jaren zestig en zeventig, de liedjes van Dylan en de gedichten van Campert. De betovering van Nijmegen en het Kronenburgerpark, waar Thomas heeft leren lopen.
Door zijn herinneringen aan de meisjes van zijn jeugd op te schrijven, door zich af te vragen hoe het toch komt dat zoveel van zijn liefdes verloren zijn gegaan, hem zijn ontglipt, probeert hij tot zelfinzicht te komen. Hij dwaalt rond in de vraag wie hij werkelijk is. Het is nooit duidelijk wat iemand van hem kan verwachten, daarom is hem veel niet gelukt. 'Alleen het leven dat ik verzin, beheers ik zo nu en dan, alles daarbuiten nauwelijks.'
Het meest in het oog springende verhaal gaat over Nienke, de zus van Jana, die de 7-jarige Thomas op de dag van zijn communie in zijn mooie jasje voor de deur van haar huis zag staan en van wie hij zijn ogen niet kon afhouden. Bij toeval trof hij Nienke jaren later op een reisje naar Zeeland. Hij had een korte relatie met haar, maar kon haar niet doorgronden of werkelijk bereiken. Ze leek verward, getourmenteerd. Wat was er met haar aan de hand?
Nienke blijkt in haar jeugd verstoten door haar vader, omdat haar broertje verongelukte terwijl zij op hem paste. Zij had geen schuld aan het ongeluk, maar werd wel schuldig verklaard. Verstoten - en dat richtte haar te gronde. Als Thomas haar als volwassen man opzoekt in een kliniek blijkt dat zij zich de dag tevoren van het leven heeft beroofd. Hij wordt verteerd door schuldgevoel. Had hij Nienke niet kunnen redden? Wat kun je betekenen voor een ander?
Uiteindelijk is dat de vraag die Thomas Verbogt zich stelt in deze hoogstpersoonlijke, intieme, melancholieke en impressionistische roman: hoe te leven? De titel van zijn roman is het antwoord.
★★★☆☆
Nieuw Amsterdam; 304 pagina's; € 22,99.
Bookarang
Een psychologische roman over hoe te leven, hoe dat goed te doen en hoe jezelf te begrijpen. Hoofdpersoon Thomas Verbogt wil zijn leven goed doen. Daarom begint hij er telkens opnieuw aan. Hij kan niet anders, met nieuwe inzichten en minder illusies, maar met steeds meer herinneringen. In zachtaardige, talige stijl en met psychologische diepgang geschreven. Met name geschikt voor een literair lezerspubliek. Thomas Verbogt (Nijmegen, 1952) is een bekende Nederlandse schrijver en toneelregisseur. Hij schreef meer dan dertig boeken.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.