Elizabeth Costello
J.M. Coetzee
J.M. Coetzee (Auteur), Joop Van Helmond (Vertaler), Frans Van der Wiel (Vertaler)
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Cossee, 2020 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : COET |
Aanwezig |
Cossee, 2012 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : COET |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Ambo, 2001 |
VOLWASSENEN : ROMANS : COET |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Ambo, 2001 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : COET |
31/12/2004
Eind oktober werd J.M. Coetzee bekroond met de prestigieuze Booker Prize voor zijn roman Disgrace. Meteen is hij de eerste auteur die de prijs voor de tweede maal krijgt. In 1983 werd immers zijn roman Wereld en wandel van Michael K (Agathon, 1984) gelauwerd. Disgrace (Schande in het Nederlands), is een ongemeen rijke roman, waarin de situatie van het moderne, postkoloniale Zuid-Afrika op een heel directe manier wordt benaderd.
Coetzee, die algemene literatuur doceert aan de universiteit van Kaapstad, heeft de naam en de faam een 'moeilijk' auteur te zijn. Het ingenieuze spel met intertekstuele verwijzingen en zijn allegorische benadering van de werkelijkheid zijn daar niet vreemd aan. Naar deze Coetzee-normen is Disgrace een bijzonder toegankelijke roman (hoewel: in zijn vorige boek, Jongensjaren (Li 1998, p. 19), schreef hij ook al op een openhartige manier over zijn kindertijd), waarin de auteur aan de hand van een heel menselijk verhaal de toekomst van zijn land tekent, of althans: de toekomst zoals die er zou kunnen uitzien.
De 52-jarige David Lurie, tweemaal uit de echt gescheiden, heeft het probleem van de seks in zijn leven handig opgelost: eenmaal in de week, op donderdagnamiddag, ontmoet hij de prostituee Soraya. Beroepsmatig doceert hij zonder veel overtuiging Communicatie aan de Technische Universiteit van Kaapstad. Schijnbaar heeft Lurie zichzelf dus perfect onder controle. Ook al weet hij, Oedipoes indachtig, dat niemand gelukkig mag worden genoemd voor zijn dood. Duidelijker vingerwijzing kan Coetzee niet geven: aan Lurie's voorspelbare en volgens vaste patronen uitgebouwde leven komt een eind, wanneer Soraya uit zijn leven verdwijnt en hij een avontuur begint met een van zijn studentes, Melanie Isaacs. Die brengt, mede onder druk van haar vader, de hele zaak aan het licht en David wordt van de universiteit verwijderd, ook al omdat hij voor de onderzoekscommissie alleen zijn schuld wil bekennen, maar geen spijt wil betuigen. Meteen het eerste hoogtepunt in de roman: het ligt zo voor de hand dat Coetzee met deze universitaire commissie, die hoe dan ook de waarheid wil achterhalen, maar daarnaast ook op een mogelijke oplossing aanstuurt waarbij niemand echt zijn gezicht zou verliezen, de Waarheidsen Verzoeningscommissie voor ogen heeft gehad, die de wandaden van de apartheid moet blootleggen.
Om de schande te ontlopen verlaat Lurie Kaapstad om bij zijn dochter in de Oostkaap te gaan inwonen. Lucy, de enige overblijvende van een hippiecommune, leeft er op de hartslag van de natuur: haar inkomsten haalt zij uit de bloemen die ze iedere zaterdag op de markt gaat verkopen en uit de hondenkennel die ze uitbaat. Zo introduceert Coetzee het motief van de honden in zijn verhaal, dat gaandeweg een meer allegorische betekenis zal krijgen. Zo is er bv. Lucy's zwarte buur Petrus, die zich bij zijn eerste ontmoeting met David voorstelt als "the dog-man", maar zich na de tragische gebeurtenis waar David en Lucy later het slachtoffer van worden, zal opwerpen als "farm manager". Of hoe de zwarten, vaak lijnrecht tegen de eerdere gang van de geschiedenis in, hun rechten opeisen. Even symbolisch is de rol die Bev Shaw in het verhaal speelt: in haar dierenkliniek worden afgedankte en gedumpte katten en honden aan een zachte dood geholpen. Komt dan "the day of testing": drie zwarte overvallers verkrachten Lucy, terwijl David met een ontvlambare vloeistof wordt overgoten en in brand wordt gestoken. Zelf ervaart hij dat als een schande, na de gebeurtenissen in Kaapstad een tweede, maar nog veel zwaarder weegt de schande dat hij zijn dochter niet heeft kunnen helpen. Beiden reageren overigens op een heel verschillende manier op de vernedering: Lucy is bereid de schande te dragen, later zal ze zelfs weigeren een abortus te ondergaan, als dit het offer is dat zij, als blanke, moet brengen voor het onrecht dat in het verleden de zwarten werd aangedaan. David wil hoe dan ook een onderzoek, verdenkt er Petrus zelfs van dat hij meer weet dan hij ooit aan hem vertelt, maar zal gaandeweg tot inzicht komen. De les in nederigheid die hij krijgt, in de eerste plaats van Lucy, breekt zijn (blanke) ijdelheid tot op de grond af. Of: het perspectief van de hond, zoals Coetzee suggereert: "Honden eren ons door ons als goden te behandelen, en wij antwoorden daarop door hen als dingen te behandelen", maar evenzeer: "Geen klassen [bij hen]. Geen van hen is te verheven of te machtig om niet het achterste van een andere te besnuffelen". Dat David Lurie effectief verandert, wordt o.m. bewezen door het feit dat hij de ouders van het meisje Melanie gaat opzoeken om hen zijn verontschuldigingen aan te bieden: wat hij niet kon voor de onderzoekscommissie, kan zoveel maanden later en juist omdat hij anders heeft leren 'zien', op dat moment dan wel. En weer de symboliek hier: bij de overval is Davids ene oog dichtgeschroeid en naarmate hij weer leert zien uit dit oog, groeit ook het inzicht. In de ronduit schitterende en ontroerende slotpassage doet David ook letterlijk afstand: hij brengt de hond waaraan hij zich gehecht heeft, naar Bev om hem te laten afmaken.
Disgrace is een roman die de emoties niet schuwt, maar die nergens expliciet verwoordt. Coetzee wijst, zonder moraliserend te worden, blank Zuid-Afrika op zijn verantwoordelijkheden om een leefbare toekomst tegemoet te kunnen gaan. Als David naar Kaapstad terugkeert om definitief afstand te nemen van zijn verleden, maakt hij bij zijn aankomst iets mee dat hij nooit mogelijk heeft geacht: het drukke verkeer rond de stad valt praktisch stil als een jongen een koe over de straat drijft. Commentaar van Coetzee: "Het land, denkt hij, komt onverbiddelijk naar de stad. Weldra zal de cirkel van de geschiedenis volledig gesloten zijn". Of: geef Zuid-Afrika terug wat het in de loop van de geschiedenis is kwijtgeraakt. [Jooris Van Hulle]
Drs. T. Kraan
Een hoogleraar literatuurwetenschap aan een technische hogeschool in Kaapstad, Zuid-Afrika, valt in ongenade na een affaire met een jonge studente waarvoor hij wel schuld erkent maar niet bereid is berouw te tonen. Hij trekt zich terug op het platteland, op de boerderij van zijn dochter, voor wier manier van leven hij maar moeilijk waardering kan opbrengen. Na een roofoverval door drie zwarten, waarbij zijn dochter ook nog verkracht wordt, stort zijn leven in. Langzaam, met behulp van de door hem geminachte vrienden van zijn dochter, komt hij er weer boven op. De roman speelt duidelijk in de periode na de apartheid en het lijkt erop alsof de auteur een volledige omkering van de traditionele zwart-wit vehoudingen voorstaat. Coetzee (1940), die met dit boek voor de tweede keer de Bookerprijs won, heeft een heldere, compacte stijl, en lijkt, na een aantal postmoderne romans, weer op het realistische pad te zijn. Daarom is deze roman, hoewel absoluut niet eenvoudig, heel goed leesbaar. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.