Oorlog en oorlog
László Krasznahorkai
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Wereldbibliotheek, 2019 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : KRAS |
Peter Swanborn
em/ec/14 d
De Hongaarse schrijver László Krasznahorkai (1954) heeft het niet zo op zijn landgenoten. De Hongaar is een 'uitzonderlijk walgelijk sujet' dat zich vooral onderscheidt door zijn onderdanigheid: 'Maar alleen tot hij de kans krijgt om de aanval te openen, want hij kan niet verdragen wat boven het maaiveld uitsteekt, wat boven hem uitstijgt, wat hem overtreft, wat zijn verstand te boven gaat, de capaciteit van zijn beperkte verstand en zijn zieke geest, dat is dus zijn serviliteit.'
Aldus de anonieme brievenschrijver in het een-na-laatste hoofdstuk van Baron Wenckheim keert terug, de nu vertaalde roman waarmee Krasznahorkai terugkeert naar het landschap en de thematiek van zijn twee succesromans uit de jaren tachtig van de vorige eeuw: Satanstango en De melancholie van het verzet, die beide weergaloos zijn verfilmd door zijn landgenoot Béla Tarr.
Nog altijd regeert de angst, maar anders dan in de eerdere boeken, waarin het vooral ging om de dreiging van een ondergang, vindt er in deze roman een ware apocalyps plaats. Na pagina's lang fulmineren tegen de morele verdorvenheid van alle lagen van de Hongaarse bevolking breekt er een verwoestende brand uit die alles en iedereen in een oogwenk wegvaagt. De enige mens die de hel overleeft, is een idioot die op het dak van de watertoren een liedje zingt.
Voor het zover is, stellen de inwoners van de provinciehoofdstad die ook in De melancholie van het verzet de plaats van handeling was, hun hoop op de terugkeer van een baron die een halve eeuw in Zuid-Amerika heeft gewoond. Ze geloven dat hij een grote schenking komt doen en een extreem-rechtse motorbende haalt hem zelfs binnen als de Verlosser.
De rol die de baron wordt toegedicht, doet denken aan die van de oplichter en geheim agent Irimiás in Satanstango. Ook in dat boek ging het om de komst van een figuur die redding moest brengen en op wie van alles werd geprojecteerd. Het is kenmerkend voor Krasznahorkais maatschappijkritiek dat zijn personages eerder warmlopen voor een valse profeet dan voor een echte. 'Die zouden ze stenigen', stelde de schrijver in 2015 in een interview.
Wat de bewoners ook van hem verwachten, de humeurige baron keert enkel naar zijn geboorteplaats terug in de hoop zijn jeugdliefde Marietta weer te zien. Als het eenmaal zover is, herkent hij haar niet en wanneer hij zijn vergissing inziet, loopt hij over het spoor naar haar terug en wordt hij in een absurd-komische scène aangereden door een onverlichte locomotief met een stomdronken bemanning.
De inwoners zien de schenking aan hun neus voorbijgaan en voelen zich bedrogen. Werd eerst nog het onmogelijke van de baron verwacht, nu wil niemand meer iets van hem weten. Zelfs de daklozen verscheuren de mooie kleren van de baron, als ze die krijgen uitgedeeld. Maar dan wordt op de redactie van de laatste krant van de oppositie een anonieme brief bezorgd, een pagina's lang schimpschrift, ondertekend met 'jullie baron'. Een falsificatie volgens de hoofdredacteur, want de brief is getypt, terwijl de baron altijd met de hand schreef.
De scène op het stadhuis waarin de hoofdredacteur stukken uit het epistel voorleest aan een in de haast bijeengeroepen 'sociale commissie', vormt het hoogtepunt van dit imposante boek. Krasznahorkai trekt alle registers open en je vraagt je af hoe de aanhangers van de huidige premier Orbán met zijn populistische Fidesz-partij zouden reageren als ze lezen dat 'in elke eigenschap waardoor de Hongaren zich onderscheiden, een bepaald bindmiddel zit, een snotachtige substantie die geniepige schofterigheid en barbaarse zelfingenomenheid met elkaar verbindt, klagerige jaloezie samenvoegt met de geschiktheid voor schurkachtigheid, een uitzonderlijk walgelijk mengsel van vertrouwen en amicaliteit dat alleen wij kennen en begrijpen, de eeuwige boeien van de dierlijke band die de Hongaren met elkaar verenigt en iedereen bij ons weghoudt die het geluk heeft geen Hongaar te zijn'.
De burgemeester probeert de publicatie tegen te houden, maar de hoofdredacteur is slechts bereid tot een paar kleine aanpassingen. De volgende dag staat de brief in de krant en de hele stad spreekt er schande van.
Krasznahorkai heeft zichzelf overtroffen. Hij zuigt de lezer mee in een naargeestige wereld die dichterbij lijkt te zijn dan menigeen zou wensen. Zijn vaak paginalange zinnen zijn bedwelmend, al moet de lezer het hoofd er wel bij houden. Begint er een nieuwe scène, dan maakt Krasznahorkai slechts een nieuwe alinea, waar iedere andere auteur een witregel zou plaatsen of een nieuw hoofdstuk zou beginnen.
Het is een techniek die aan films doet denken, en je kunt je afvragen of dat in een roman werkt. Tegelijk zijn Krasznahorkais beelden zo sterk dat je tijdens het lezen de film al voor je ziet.
****
Uit het Hongaars vertaald door Mari Alföldy. Wereldbibliotheek; 496 pagina's; € 29,99.
Edwin van Schie, Hongaarse School
Het boek is de derde roman van László Krasnahorkai die in Nederlandse vertaling is verschenen. Een kleine stad in het oosten van Hongarije is in rep en roer, het gerucht gaat dat de steenrijke baron Wenckheim zal terugkeren naar zijn geboorteplaats. Met zijn komst en zijn geld zal alles goedkomen in het desolate stadje. De verwachtingen zijn torenhoog, men kijkt naar hem uit als naar een langverwachte messias. Zoals het meestal gaat met messiassen worden de verwachtingen niet waargemaakt en de stemming slaat volledig om. De gebeurtenissen volgen elkaar in razend tempo op en worden steeds gewelddadiger om te eindigen in een soort apocalyps met slechts één overlevende: de plaatselijke zot. In lange zinnen geeft Krasznahorkai een dystopisch wereldbeeld doorspekt met actuele thema’s als vluchtelingen, corruptie en machtsmisbruik. Het verhaal speelt zich af in Hongarije maar is grensoverschrijdend en universeel. László Krasznahorkai wordt in één adem genoemd met grootheden uit de wereldliteratuur als Gogol, Melville en Thomas Mann. In 2015 won hij de prestigieuze Man Booker International Prize. Baron Wenckheim keert terug is het lezen meer dan waard!
Lieke Kézér
em/ov/09 n
Aan het einde van 'Baron Wenckheim keert terug' wordt een Hongaars stadje overvallen door een enorme aanval van vuur. In de dagen ervoor heeft de chaos in de straten groteske vormen aangenomen. Wie zich buiten waagt, wordt verkracht en vermoord, in het ziekenhuis zijn geen artsen meer, het politiebureau is verlaten en contact met de buitenwereld is onmogelijk. Zelfs de dieren zijn aan een krankzinnige vlucht begonnen. Als de inwoners op een ochtend ontwaken, staat de stad vol tankwagens, dicht opeengepakt, tot in het laatste straatje. In de cabines zitten mannen met onaangedane gezichten, hun handen aan het stuur. Urenlang zitten ze daar, bewegingloos. De volgende morgen zijn ze verdwenen, maar nu komen er duizenden padden onder de grond vandaan gekropen die volkomen gestoord de lucht inspringen en gelige vloeistof rondspuiten. Vanachter hun ramen kijken de inwoners verbijsterd naar buiten. Krasznahorkai schrijft: "ze dachten allemaal aan de toekomst en vroegen zich af waar dit heenging en hoe het überhaupt verder moest, terwijl ze er beter aan gedaan hadden om aan het moment te denken, het moment dat al begonnen was voor hen, hen had ingesloten, omsingeld, omhuld en hun lichaam omstrengeld - en er was geen bevrijding meer mogelijk."
'Baron Wenckheim keert terug' is na 'Satanstango' en 'De melancholie van het verzet' de derde roman van László Krasznahorkai (1954) die in het Nederlands is vertaald. Zijn oeuvre is veel omvangrijker en werd in 2015 bekroond met een speciale International Man Booker Prize.
Melancholie speelt een grote rol in zijn boeken die verweven zijn met de bloedige geschiedenis van Midden-Europa. Krasznahorkai heeft zijn leven veelvuldig met een kooi vergeleken waaruit niet te ontsnappen valt, ook al doolt hij over de wereld en wisselt hij voortdurend van woonplaats. Hij wil schrijven over een diepere laag in de wereld, niet over het communisme, niet enkel over Hongarije, maar over wat er gebeurt als de waardigheid van de mens met voeten wordt getreden. Zijn personages kampen steevast met geïdealiseerde voorstellingen van vrijheid. Ze dromen van een nieuwe wereld, vereren valse profeten en als alles dan in duigen valt, komt de melancholie om de hoek kijken, én de rebellie.
Zo gaat het ook in deze dystopische roman. Baron Wenckheim keert terug naar zijn geboorteplaats in Hongarije om te ontsnappen aan de gokschulden die hij in Argentinië heeft gemaakt. Maar de stad die hij lang geleden heeft achtergelaten, blijkt nu een woestenij. De straten liggen bezaaid met vuilnis en schooiers, er is geen straatverlichting noch benzine, het openbaar vervoer werkt niet en motorclub de Lokale Krachten maakt de dienst uit.
Bij de inwoners wekt de komst van de baron hoop, er is verandering in aantocht. Er zou iemand arriveren op wie ze allemaal lang hadden gewacht, een aristocraat met een zak geld, de verlosser. Voor het feestelijke onthaal van deze messias moet de stad een metamorfose ondergaan. Alle speelautomaten worden uit de cafés verwijderd om de goklustige baron niet in de verleiding te brengen, de daklozen worden van straat gehaald en bij de bejaarden in het Tehuis voor Ouden van Dagen ondergebracht en het folkloristisch vrouwenkoor dat op sterven na dood is wordt gesommeerd 'Don't Cry For Me Argentina' in te studeren - de baron heeft immers een poos in Argentinië vertoefd.
Hoe groot is de deceptie als blijkt dat de baron geen weldoener is, maar een oude, schuwe man, net zo berooid als zijzelf. En dan komt hij ook nog eens een dag na aankomst om het leven bij een banaal ongeluk.
Er is geen verlossing en geen hoop, er is slechts de ondergang. En als het zicht op de toekomst vervaagt, krijgt ook de angst vrij spel. Er zijn enkele spookachtige scènes waarin iedereen, mens én dier, verstijft uit pure angst. In de hele stad komt een barst in het ogenblik, alles staat stil, zelfs het water uit de kranen stolt. Dan rijdt er een kolonne wagens door de stad, een griezelige processie, de vertolking van het kwaad. Niemand die het kan bevatten. "Nadat het voorbij was leek het alsof het nooit gebeurd was, alsof het allemaal een koortsdroom was geweest, een black-out in de hersenen, zo zouden ze het uitgelegd hebben als ze het al niet waren vergeten, maar ze vergaten het allemaal, omdat die ijzingwekkende processie hun verstand te boven ging, omdat ze zichzelf niet eens geloofden."
Een Krasznahorkai lezen vergt enige inspanning. Zijn zinnen meanderen pagina's lang voort, hij maakt geen gebruik van alinea's en wisselt veelvuldig van perspectief, soms zelfs binnen één zin. Tegelijkertijd gaat er een enorme zuigende werking uit van zijn vertelstijl; wie zich eraan overgeeft, is verloren, en dat verraadt de hand van de meester. 'Baron Wenckheim keert terug' is een gruwelsprookje, zoals ergens in het boek te lezen staat: "Er was eens en ineens niet meer." Hoewel de auteur gevoel voor humor heeft (zo zingt het vrouwenkoor 'Don't Cry For Me Argentina', vergezeld door de motorclub die al toeterend maat probeert te houden), is de wereld die hij schept duister en gespeend van hoop.
Een van de personages is een oude professor die zich heeft teruggetrokken in een hut in een overwoekerd stuk bos. Hij heeft de wetenschap, zijn vrienden en familie de rug toegekeerd, moe van het denken en de nieuwsstroom waaraan in het moderne leven haast niet te ontkomen valt. Terwijl de apocalyps nadert, komt hij tot de conclusie dat alle culturen door angst tot stand worden gebracht en dat de hele menselijke cultuur op valse fundamenten is gebouwd, "we moeten erkennen dat alles waar we begeesterd van kunnen raken, alle onnavolgbare werken van de scheppende menselijke geest op een fantasie berusten en daaruit zijn voortgekomen, een inzicht dat een tamelijk verwoestende kracht heeft, waarbij het besef dat de God die ons gegeven is, met zekerheid niet bestaat".
Nee, vrolijk is het allemaal niet, maar o, wat een machtig schrijver is László Krasznahorkai.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.