De luiaards in de vruchtbare vallei : roman
Albert Cossery
Albert Cossery (Auteur), Mirjam de Veth (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Jurgen Maas, 2019 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : COSS |
Marijke Arijs
2/ei/31 m
Nietsdoen is hard werken, schreef Oscar Wilde, en Albert Cossery (1913-2008) kon daarvan meespreken. De Frans-Egyptische schrijver had luiheid tot een levenskunst verheven. Hij verliet zijn nest nooit voor het middaguur en ging er prat op dat hij in zijn leven nooit een dag had gewerkt, want volgens hem was alleen de tijd die een mens doorbracht met nadenken welbesteed. De auteur was geboren in Caïro, maar woonde sinds zijn tweeëndertigste in Parijs. Daar betrok hij een piepklein kamertje in het mythische hotel La Louisiane, waar existentialisten, jazzlegendes en andere beroemdheden kind aan huis waren. Samen met Albert Camus maakte hij het nachtleven van Saint-Germain-des-Prés onveilig en tussen de bedrijven door zette hij af en toe een regel op papier. Geen wonder dat de auteur in ruim zestig jaar slechts een dichtbundel, een verzameling novellen en zeven romans uit zijn pen wist te wringen. Daarvan waren er tot nog toe vier in het Nederlands vertaald. Eindelijk is nu ook zijn allerlaatste boek, Grote dieven kleine dieven, dat twintig jaar geleden het licht zag, voor ons taalgebied ontsloten.
In zijn zwanenzang neemt Cossery zijn lezers mee naar de 'onvoltooide ruïnes' van zijn geboortestad, waar het verval om zich heen grijpt en nieuwbouwprojecten instorten als kaartenhuizen. De belabberde woonomstandigheden in de Egyptische hoofdstad kwamen eerder al aan bod in zijn debuutroman, Het huis van de wisse dood. De krenterige huisbaas die zijn huurders de dood injoeg door achterstallig onderhoud is in Grote dieven kleine dieven een corrupte projectontwikkelaar die bezuinigt op cement, waardoor zijn constructies geen lang leven beschoren is.
Overleven
Het Caïro van Cossery is een chaotische metropool die wordt bevolkt door gekken, dichters, bedelaars, dieven, hoertjes en andere randfiguren. De inwoners zijn overlevingskunstenaars met een grenzeloos optimisme en een onverwoestbaar gevoel voor humor. Een van hen is de drieëntwintigjarige Oessama, kruimeldief van beroep. Dit sympathieke jongmens is 'geen legale dief zoals een minister, bankier, speculant of projectontwikkelaar', maar een bescheiden zakkenroller met wisselende inkomsten en principes. Het is hem meer om de sport dan om de financiële opbrengst te doen. Stelen van de rijken is namelijk 'een rechtvaardige terugvordering van het wisselgeld door de armen in een wereld waar grote dieven aan de top van de maatschappelijke ladder ongestoord hun zakken vullen'. Het leidt tot een herverdeling van de rijkdom, zorgt ervoor dat het geld rouleert en draagt bij tot het welzijn van het land. De jonge dandy, strak in het pak, kleedt zich elegant om te ontsnappen aan het alziend oog van de politie, voor wie iedere arme automatisch verdacht is.
Op een dag rolt Oessama de portefeuille van een corrupte vastgoedmagnaat en treft daarin een compromitterende brief aan, ondertekend door de broer van een minister. Wat te doen? Veel opschudding kan het epistel niet veroorzaken, beseft de jonge held al snel, want 'criminaliteit in de hoogste maatschappelijke kringen is een toegestaan verschijnsel in alle landen ter wereld'. Sterker nog, het volk juicht hun wandaden toe. Oessama gaat te rade bij zijn leermeester Nimr, die hem in contact brengt met de intellectueel Karamalla. De voormalige schrijver en journalist woont in een mausoleum in een van de dodensteden van Caïro, waar duizenden daklozen hun intrek hebben genomen. Samen gaan de drie de confrontatie aan met de vastgoedmagnaat en zorgen ze voor een hilarische finale, waar het verbale vuurwerk vanaf spat.
Voltaire
Albert Cossery had een zwak voor marginalen, dromers en subversievelingen en een godsgruwelijke hekel aan rijken, politici en bureaucraten. Zijn personages zijn stuk voor stuk alter ego's van de auteur, die hen gebruikt als spreekbuis voor zijn ideeën. 'Ik ben een schrijver, geen romancier,' verklaarde hij ooit in een interview. 'Ik schrijf niet om verhalen te vertellen, maar om te zeggen wat ik denk.' Echte schrijvers schreven ongezouten de waarheid, verwerkten hun persoonlijke visie op de gang van zaken in de wereld in hun boeken en namen daarbij geen blad voor de mond. Zijn bijtende spot met de machthebbers leverde hem de bijnaam 'de Voltaire van de Nijl' op. Van zijn medemensen had hij geen hoge pet op, maar vooral vrouwen krijgen het in zijn werk zwaar te verduren. Zijn proza bulkt van de vooroordelen over hun slinkse streken en andere seksistische ongein.
In een bloemrijk, Arabisch getint Frans, doorspekt met inventieve verwensingen, probeerde Cossery de sfeer van zijn geboorteland weer te geven in de taal van Voltaire. In Grote dieven kleine dieven levert dat af en toe woordenrijke, overladen, stroeve zinnen op, maar dat kan evengoed aan de vertaling liggen. Het sluitstuk van zijn oeuvre is hoe dan ook geen meesterwerk, maar de inktzwarte humor van deze eeuwige spotvogel maakt veel goed.
Vertaald door Mirjam de Veth, Jurgen Maas, 134 blz., 18,95 €
Menno Gnodde
Verloedering alom in het moderne, uit zijn voegen gebarsten Cairo. Zakkenroller Oessama, tactisch vermomd als gentleman, ontfutselt tijdens één van zijn rondes een brief aan projectontwikkelaar Soelaiman. Daarin meldt een broer van de minister af te zien van verdere medewerking na de dood van tientallen slachtoffers door het instorten van een appartementencomplex. Oessama beseft dat hij een brisant wapen tegen de corrupte elite in handen heeft. Met twee trawanten, zijn leermeester Nimr en de wijze Karamalla, woonachtig in het ouderlijke Mausoleum, het kerkhof als Dodenstad, zoekt hij nu naar een strategie om Soelaiman een hak te zetten en aldus dit woekerende kwaad af te straffen. Zo bouwt zich een eenvoudige intrige op, waarin weldadig cynische humor de modaliteiten van het menselijk falen kleurt en de ethiek van 'hebben' of 'zijn' meerduidig blijkt. In haar nawoord gaat vertaalster Mirjam de Veth nader in op de Egyptische wortels en de Parijse integratie van de auteur (1913-2008), de 'Voltaire van de Nijl', op diens oeuvre, schrijfstijl, maatschappelijke visie en fysieke neergang.
Ger Leppers
i /un/15 j
Albert Cossery (1913-2008) had wel een lang, maar zeker geen rijk gevuld leven. De laatste zes decennia ervan woonde deze Egyptisch-Franse schrijver in een bescheiden hotel in Parijs, waar het personeel hem de zorgen van het huishouden uit handen nam. Rond het middaguur kwam hij uit bed. Hij haalde zijn broek tevoorschijn van onder de matras, waar hij hem de avond tevoren neergelegd had om er een mooie vouw in te houden, kleedde zich aan en wandelde naar een terras voor een nieuwe dag van nietsdoen - zo leek het althans. Monsieur Cossery installeerde zich met een kop koffie opzij van de andere cafébezoekers, en begon aan zijn werkdag, die doorgaans neerkwam op voor zich uit staren, de mensen in zijn omgeving observeren en het wegen en beoordelen van de door zijn hoofd dwarrelende woorden en zinnen die hij een plaats wilde geven in zijn boeken.
Voor een geëngageerd schrijver is dat een nogal ongebruikelijke levensstijl. Een verzetsschrijver was Cossery echter wel degelijk, maar op zijn eigen manier. In zijn kleine oeuvre (zeven romans en een verhalenbundel) geselt hij de hebzucht, corruptie en domheid van de politici, rijken en bureaucraten. Cossery was evenwel te veel scepticus om revoluties kwispelstaartend te begroeten. Niet zelden komt zo'n omwenteling immers neer op voortzetting van de onderdrukking met dezelfde of ergere middelen. Afzijdigheid, ironie en misprijzen kunnen geduchte zelfverdedigingswapens zijn, omdat zij, zoals Cossery mooi laat zien in 'Grote dieven kleine dieven', de tegenstander in zijn ijdelheid raken. De schrijver pleit voor humor, de zoete roes van de hasjiesj, de vergetelheid van de slaap, lucide observatie en zalig nietsdoen. "Zijn sympathie ligt bij de dromers en de subversieven", schrijft vertaalster Mirjam de Veth in haar liefdevolle nawoord.
Zo eigenzinnig als Cossery's levenswijze was, zo dwars was zijn schrijfstijl. Als je een boek van Cossery zodanig heen en weer zou kunnen schudden dat alle bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden eruit vielen, dan zou je niet zo heel veel meer dan driekwart van de tekst overhouden. Bij Cossery wérkt die overdaad, omdat woede en baldadigheid elkaar in de gebruikte kwalificaties op zo'n fraaie wijze afwisselen.
Zo beukt de schrijver van 'Grote dieven kleine dieven' in op de corrupte hogere kringen van Caïro. Hij richt zijn pijlen op de projectontwikkelaars die de Egyptische hoofdstad vol zetten met ondeugdelijke huizenblokken. Als het boek begint, is er zojuist weer één ingestort, waarbij vijftig mensen de dood vonden. De kleine zakkenroller Oessama, een kleurrijke schelm die dankzij zijn verzorgd, dandy-achtig voorkomen in de haute volée van de Egyptische hoofdstad weet binnen te dringen, krijgt in het kader van zijn beroepsuitoefening een compromitterende brief in handen die door de broer van een minister gericht werd aan de betrokken projectontwikkelaar. Op advies van zijn leermeester in het vak ('Je leert altijd iets van de omgang met schurken') en van een bevriende filosofische journalist die in een grafhuisje in de Dodenstad woont, benadert Oessama de projectontwikkelaar met het doel hem een lesje te leren. Ook Oessama's vader Moaz woont immers in een gebouw dat elk moment kan instorten. Het zou zonde zijn hier de afloop - die op de voorlaatste bladzijde van het boek nog een volstrekte verrassing is - te verraden.
'Grote dieven kleine dieven' ontleent zijn belang en aanzienlijke charme niet aan de toch wat summiere intrige, maar aan de prachtige, genereuze beschrijvingen van de personages met hun ontwapenende veerkracht, en aan de relativerende humor waarmee zij hun ellende het hoofd bieden. Ondanks hun armoede weten zij van het leven te genieten. Het is natuurlijk inconsequent, maar als hij eerlijk is moet Oessama zichzelf soms "bekennen dat hij het zou betreuren dat dit geboefte zou verdwijnen, uit angst voor de saaiheid van een mensheid ontdaan van haar gespuis".
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.