Naar Lillehammer : roman
Vonne Van der Meer
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Atlas Contact, © 2019 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : VAND |
T.H.
Jutka, gevlucht met haar moeder uit Hongarije in 1956, vindt op een dag een damestas. Het vinden bevalt haar en ze hoopt dat ze door het vinden ook zichzelf terugvindt. Ze noemt zich vindeling. Door het voortdurend naar de grond kijken, krijgt ze een bochel. Ze vindt onder andere een broche, een gouden boekje, en een relatie. Maar niks houdt stand, ook in Parijs niet. Ze achterhaalt haar vader, in Hongarije, en er ontstaat een moeizaam contact. Na een vondst van een baby in een vuilcontainer besluit ze op te houden met vindeling zijn. Haar biografie laat ze achter voor een vinder. Over de structuur: begin en eind komen samen: als aanleiding voor haar biografie. Personaal en ik wisselen elkaar af: Jutka als personale verteller de anderen als ik. Een indrukwekkend boek in beeldrijke taal: ‘een ansichtblauwe zee’; een ‘hoepelrok van een treurwilg’. De titel verwijst naar de term die Jutka voor haar vindtocht bedacht, maar als lezer is het even wennen.
Yolanda Entius
rt/aa/30 m
Vonne van der Meer heeft een voorkeur voor romans waar vele personages en verhaallijnen samenkomen - 'Eilandgasten', 'Take 7' en 'De vrouw met de sleutel' om er een paar te noemen. Vooral 'Take 7' waarin een kleine gemeenschap opbloeit door de komst van een cameraploeg, wist me te ontroeren: de beoogde film wordt nooit gemaakt, maar alleen al de aandacht en interesse die er voor het dorp wordt getoond biedt hoop. Ook in 'Vindeling', alweer haar dertiende roman, brengt Van der Meer een caleidoscoop aan verhalen samen. De ooit met haar moeder uit Hongarije gevluchte Jutka besluit, nadat ze als dank voor het terugbrengen van een tas een sprookjesboek cadeau heeft gekregen, actief op zoek te gaan naar verloren spullen. Ze wordt 'vindeling' en schuimt vanaf die dag als een jutter de straten af.
Beurtelings zijn we getuigen van haar vondsten en haar vind-strategieën en, in afzonderlijke hoofdstukken, van mensen die dierbare spullen zijn kwijtgeraakt en wachten op de komst van het meisje. Zelf is Jutka ook verloren. Haar vader is haar, toen hij niet met haar en haar moeder meeging op de vlucht voor het communistische regime, kwijtgeraakt en zij hém. Hij is in Hongarije achtergebleven en lijkt haar te zijn vergeten. Jutka wil gevonden worden. Door hem, maar ook door een vriend, een minnaar, een man, de toekomstige vader van een kind. Want ook dat wil Jutka als ze ouder is: moeder worden.
Het boek opent met een flash forward: een vrouw (Jutka dus) vindt in een vuilcontainer een baby. Van een rechtmatige eigenaar aan wie ze het terug kan brengen is in dit geval geen sprake uiteraard. En ook al wil ze maar al te graag, zelf mag zij de vondeling niet houden. Vanaf die dag wil ze geen vindeling meer zijn.
Dat Jutka niet op de gebruikelijke wijze moeder is geworden heeft alles te maken met die zoektocht naar die vader en die man - waar laat, te laat, een einde aan kwam, als die er al gekomen is - én naar wat verloren ging. Ooit was Jutka een ballerina 'die al vanaf haar vierde met een denkbeeldig touwtje aan haar kruin' liep. Maar door dat turen naar de grond groeide ze krommer en krommer. Ze kreeg een bochel. Een danscarrière kan ze wel vergeten 'met die rug kun je de bühne niet op'. Of heeft ze oorzaak en gevolg door elkaar gehaald? Moest ze door die bochel van balletles en had ze daarom 'de hele weg naar huis verslagen naar de grond lopen staren' en vond ze daarom die tas uit het begin? En willen mannen haar niet vanwege die bochel, of is het haar eigen schaamte waardoor ze zich maar niet laat vinden?
Op driekwart lijkt de roman op een happy end af te stevenen. In een fraaie scène, met een man die zijn zoekgeraakte hond krijgt terugbezorgd door Jutka, bloeit de liefde op. Hij ziet in haar bult 'een warme gladde gewelfde steen', zo'n steen die hij zoekt 'om na het zwemmen op mijn buik in de zon te liggen' Maar dan zijn we er nog niet. Er komt nog een priester aan te pas. En ook al is het beeld dat hij van haar geeft mooi en ontroerend - 'Een gevallen engel, dacht ik' met vleugels die 'in het embryonale stadium niet uit elkaar, maar naar elkaar zijn toegegroeid als handen die zich smekend samenballen' - ergens dan begint de roman uit de bocht te vliegen. Toen de in Hongarije gestrande vluchtelingen in onze huidige tijd nog langskwamen werd het me te veel.
Drie, vier eindes telde ik. Allemaal plausibel en thematisch to the point, maar het waren er te veel of - en dat zou ook kunnen - Van der Meer nam er te weinig tijd voor. Zoveel lijnen, zoveel verhalen, zoveel in elkaar hakende motieven en thema's: verlies, verraad, bedrog, schaamte. Misschien had het grootser gemoeten, epischer, mythischer - zoals in die scène in het Hongaarse badhuis waar Jutka's vader in de mist van het dampende Turkse bad verdwijnt - ook een mooi einde. Of juist kleiner en compacter. Nu zit het er ergens tussenin. Alsof Van der Meer niet kon kiezen uit al dat moois dat ze had klaargelegd of dat haar, onderweg naar het einde, voor de voeten kwam.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.