Olijven moet je leren lezen : een cursus genieten van poëzie
Ellen Deckwitz
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Pluim, 2019 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : POEZIE : DECK |
O.W. Dubois
Nederlands-Indië leeft voort in de gedachtenis van velen en heeft ook in de literatuur, van Daum tot Hella Haasse, zijn neerslag gevonden. In dit bundeltje, deels reisverhaal, deels mythe, deels getuigenis, roept Ellen Deckwitz, de laatste van vier generaties Indische Nederlanders, beelden op van haar overgrootmoeder, grootmoeder, moeder en haarzelf. In een hotel in Bandung, eens het huis van haar familie, rijst voor haar geestesoog de bevalling van haar overgrootmoeder op, en ook ziet zij haar grootmoeder: 'Ze was drie meter lang en trots / op haar huid / die nooit bruin werd, die gevaccineerd leek / tegen de zon'. Ze hoort ook vreselijke verhalen over het Jappenkamp en ze ziet haar moeder voor zich: 'rug gekromd als een vraagteken, / van het raden naar wat je wordt bespaard / door er niet met je over te praten'. Mooi is haar herinnering aan echo's 'die het verleden overleverden / Vertelden over een stuk van Liszt / dat mijn grootmoeder uit haar hoofd had geleerd'. Een bundeltje, met hier en daar rauw taalgebruik, dat een beeld oproept van een tegelijkertijd verloren en nog levend verleden. Een eigenzinnige verbeelding van vier generaties Indische Nederlanders. Winnaar E. du Perronprijs 2019.
Janita Monna
em/ov/30 n
Die titel is schitterend. 'Hogere natuurkunde' verwijst naar een natuurkunde les in 1998, een les over geluid en dode kamers. Een zestienjarige puber zit er matig geïnteresseerd bij. 'blablablablabla'.
Tot de docent vertelt van een dode kamer ergens in Minnesota, waar de geluidssterkte zelfs negatief is. "Dat er onder stilte nog veel meer stiltes zitten." Die natuurkunde les is niet langer abstract, maar gaat over haar familie: "mijn thuis puilt uit van hogere natuurkunde, / ik stam af van de allergrootste dode kamer". En ze vertelt van haar opa die 'talloze verhalen' absorbeerde, en zweeg. Een stilte die zij een paar regels verder in plastische taal opzij kiepert: "zijn autopsie werd een bende. Al dat lawaai dat er opeens uit kwam".
'Hogere natuurkunde' is de nieuwe dichtbundel van Ellen Deckwitz, gestoeld op haar eigen familieverleden. Een zoektocht naar het Indiëverhaal van haar grootmoeder, en hoe dat in haar eigen leven doorwerkte. Anders dan opa zweeg grootmoeder niet, althans niet tegen de kleindochter. Oma overleefde de kampen in Nederlands-Indië. "iedereen om mij heen viel uit elkaar / difterie, cholera, malaria, beriberi, anemie, // ik vrat adders, snapte niet / waar ze zo moeilijk over deden". De oorlog bleef, ook toen die voorbij was. Grootmoeder was gehard. Overtuigd: het leven is vol gevaar en daar moest de kleindochter op voorbereid zijn.
Zij is het die vertelt. Ze volgt het spoor terug, reist onder meer naar het land dat alleen nog in verhalen bestaat - 'de geur van kruiden stuift mijn neus in'. Ze wordt ouder, krijgt vriendjes, en altijd en overal klinkt oma's stem. Haar adviezen, overlevingstips: "(Houd jezelf schoon kleintje. / Schep niet op / over extra eten verorber het in stilte / boven de latrine.)" Een stem tussen haakjes, sissend vanaf de zijlijn.
Het werkt, zoals de hele bundel werkt door de vorm die Deckwitz koos: 'Hogere natuurkunde' is eigenlijk één lang doorlopend gedicht, met zinnen die soms lijken te stoppen, om dan op een volgende pagina verder te gaan. Een vorm die vaart suggereert, alsof de hoofdpersoon door de geschiedenis wordt achterna gezeten. Een vorm die toont hoe verhalen, stiltes, gewoontes worden doorgegeven en verder stromen, keuzes beïnvloeden.
Ook Deckwitz' verhaal stopt niet, dat loopt door naar de toekomst. De dodenherdenking 2025. De hoofdpersoon in een mensenmassa, desnoods paraat om te vluchten. "ik herken mijn mensen van meters afstand. / Aan hoe ze sprinten, aan hoe ze op de hielen worden gezeten."
Is nog uit te maken welk gedrag is overgenomen van familie en welk gedrag eigen is?
Dit verhaal moest verteld, en het moest zó verteld. Oorlog woekert onzichtbaar verder, het is tot in de witregels voelbaar. Maar de poëzie wordt nergens donker, die stampt niet, maar huppelt, dankzij Deckwitz' humor, en dankzij vermakelijke beelden als deze: "mijn vader / die zich voortbeweegt alsof hij zijn lichaam vanochtend voor het eerst / heeft aangetrokken / en nog niet weet waar de rem zit".
Pluim; 80 blz. € 21,99.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.