Hemelsblauw : gedichten
Jan Lauwereyns
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Polis, 2018 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : POEZIE : LAUW |
Jeroen Dera
te/ep/14 s
Er is iets geks aan de hand met de poëzie van Jan Lauwereyns. In zijn gedichtendagessay 'De smaak van het geluid van het hart' (2011) legt de dichter - tevens neurowetenschapper aan de Universiteit van Kyushu, Japan - de nadruk op het zintuiglijke aspect van poëzie. 'Poëzie zoekt voortdurend naar verhoudingen tussen smaken en geluiden die kloppen in het hart', schrijft Lauwereyns bijvoorbeeld. Zijn bundel Nouvelle (2015) is er een vrij letterlijke demonstratie van: in deze bespiegeling over rouwverwerking wordt het hart in zeven culinaire gangen geconsumeerd. Ook in zijn nieuwe bundel Zus is het hart een centraal ordeningsprincipe. De namen van de onderdelen van de bundel verwijzen namelijk elk naar de anatomie van het orgaan: we waaieren van de laterale linkertak naar de laterale rechtertak, met 'de wortel van de aorta' als iconische middelpunt. Wie Zus leest, begeeft zich dus voortdurend in een kloppend hart.
Het gekke is intussen dat de nadruk die Lauwereyns in zijn werk legt op het zintuiglijke, pulserende en ritmische, in de praktijk vaak doorkruist wordt door een zekere steriliteit. In Zus wemelt het van de woordgroepen die je eerder in een natuurwetenschappelijk artikel dan in een poëziebundel zou verwachten: 'het kwadrateert tot twee', 'coronale stroom', 'de methode van mechanische theorema's', 'de syrinx / equivalent van de larynx'. Of neem regels als 'zwaartekrachtgolven doen van zich spreken / op de interferometer'. Die zul je niet zintuiglijk beleven, maar eerder rationeel verwerken. Als we bij Lauwereyns doordringen tot in het hart, dan gaat dat kortom met wetenschappelijke distantie en vivisectie gepaard.
Het is dan ook te kort door de bocht om deze poëzie te beschrijven in termen van denken óf voelen. 'We waren te cartesisch in de aanpak', staat al in het tweede gedicht van de bundel. Lauwereyns verwijst daarmee naar het gedachtegoed van de filosoof René Descartes (1596-1650), die met zijn axioma 'Cogito ergo sum' aan de basis stond van de oppositie tussen lichaam en geest. Het is niet het enige dualisme dat Lauwereyns in Zus probeert te doorbreken: 'dat van het begin / en het einde / van hemel en aarde / is een diffuus fenomeen', schrijft hij bijvoorbeeld gedecideerd. En dat moet ook wel, want de werkelijkheid laat zich nu eenmaal niet opdelen in helder afgebakende hokjes. Wie - zoals Lauwereyns in 'De smaak van het geluid van het hart' - meent dat de inzet van de poëzie niets minder is dan 'de waarheid, de stand der dingen', wil in zijn gedichten uiteindelijk vooral de veelkantigheid en complexiteit van de wereld en het denken laten zien.
Geen wonder dus dat de zus uit de titel geen duidelijk aanwijsbaar familielid is, maar (evenals het hart) een heus object van vivisectie. Dat blijkt al de eerste keer als we 'zus' in de bundel tegenkomen:
'zus kwam ik te weten begeleidde zo
naar een woonkamer met een baby concertpiano
gigantische planten een baaivenster
met uitzicht op een verrekt formidabel'
Deze regels laten zien hoe uitgekiend Lauwereyns betekenissen tegen elkaar weet uit te spelen. 'Zus' is hier zowel een handelende mens als het onderdeel van de geijkte uitdrukking 'zus en zo' - en dus vooral een woord dat een waaier aan mogelijkheden oproept. Ook de constructie 'met een baby' is ambigu: ze kan zowel slaan op de inhoud van de woonkamer als op de handeling van het begeleiden. En dan is er nog de ellips in de slotregel, want wat is er nu precies zo formidabel? Dat Lauwereyns die informatie achterwege laat, is veelzeggend: hij beteugelt daarmee de menselijke hang naar een sluitende wereld die niet bestaat.
Juist op dat vlak schiet Zus echter wel eens door naar een al te theoretisch vertoog. In een gedicht waarin zus de dichter verwijt dat hij in het nut van onderzoek gelooft, laat Lauwereyns bijvoorbeeld een despoot uitglijden over een bataat, om ten slotte simpelweg te concluderen: 'de versplintering van betekenis / maakte een groter potje / van een al / onbetrouwbaar relaas'. Het lijkt erop dat Lauwereyns hier ingaat op de (on)betrouwbaarheid van taal als middel om onderzoeksresultaten in vast te leggen, maar zijn reflectie blijft helaas wat hangen in een al te bekende postmoderne taalkritiek. Interessanter wordt het wanneer de dichter die kritiek explicieter koppelt aan de opgevoerde despoot. In een ander gedicht laat Lauwereyns bijvoorbeeld basale informatie over het weer ontaarden in een politieke machtsanalyse: 'overvloedige zon / zuidwestenwind / zesentwintig graden celsius / het regime liegt voortdurend / ze liegen zelfs over het weer'.
In zulke regels maakt Lauwereyns duidelijk dat hij moeiteloos perspectieven kan doen kantelen. Precies dat veelkantige maakt zijn poëzie zo waardevol, zeker omdat de dichter ook zijn eigen taal niet spaart. 'Elk distichon laat zich overwoekeren', stelt hij over de blijvende waarde van de poëtische uiting: er is geen woordcombinatie waarvan de betekenis in steen gebeiteld staat. Lauwereyns schrijft vooral gedichten voor eigenzinnige lezers die zulke woekeringen toestaan en waarderen. Wie een hapklare wereld wenst, wendt zich beter tot een andere type zussenboek.
Polis, 64 blz., 19,99 €.
R.J. Blom
De bundel ‘Zus’ van Jan Lauwereyns biedt poëzieliefhebbers een aantal gedichten; de meeste verzen sluiten aan op de vorige zodat die feitelijk hoofdstukken in het geheel vormen. De gedichten zijn niet altijd gemakkelijk te doorgronden en Lauwereyns’ streven is nu juist zo diep mogelijk te gaan. Dat maakt het lezen van de bundel een zoektocht naar de ware bedoelingen van de woorden, hetgeen voor taalbewonderaars een prachtige activiteit behelst en voor snelle lezers onbegonnen werk. Anderzijds zijn er ook prachtige openingswoorden, bijvoorbeeld 'ooit vond ik taal uit / specifiek om over jou te kunnen jammeren / de mooiste vrouw / in abstracto gezien / bij de ingang waren onze fietsen verstrengeld'. Maar zoeken naar waarheid is niet eenvoudig, bijvoorbeeld in: 'een van de heloïsepermutaties / snauwde / kom aan / terug naar bed schatje'. Voor een avond zoeken naar de 'waarheid-achter-de-woorden' is deze bundel heerlijk. Maar dan moet de lezer bereid zijn de moeilijkheidsbarrière te doorbreken. Voor de gemiddelde poëzieliefhebber zal dat een onoverkomelijk obstakel vormen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.