Tijd van woede : een geschiedenis van het heden
Pankaj Mishra
Pankaj Mishra (Auteur)
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Atlas Contact, 2013 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : GESCHIEDENIS : AZIE 943 |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Atlas Contact, 2017 |
Continenten: Azië CAZI |
31/10/2013
Als God in Azië
Als Azië een nieuw Eldorado is, met een exploderende middenklasse en acute consumptiedrang, dan heeft die vooruitgang alles te maken met de opkomst van het Aziatische nationalisme. Daar gaat Op de ruïnes van het imperialisme over: wanneer is voor Azië het keerpunt aangebroken en wie heeft het voorbereid? De Indiase essayist en romancier Pankaj Mishra gaat terug naar de slag bij Tsushima in 1905, het beslissende moment in de Russisch-Japanse oorlog. De Russische vloot werd toen zogoed als volledig vernietigd. Het was de eerste keer in de moderne geschiedenis dat een Europese natie werd verslagen en vernederd door een Aziatisch land. Het prestige van de Romanovs kreeg een enorme knauw en wereldwijd voelden gekolonialiseerde volkeren dat het tij gekeerd kon worden. Vanuit westers standpunt is Tsushima een detail, maar Pankaj Mishra geeft de zeeslag zijn ware proporties door uitgebreid te beschrijven hoe ingrijpend dat begin van zelfvertrouwen is geweest voor grote delen van Azië. Dat doet Mishra goed: hij haalt niet zonder bravoure essentiële ontwikkelingen en cruciale figuren voor het voetlicht. Het verbluffende verhaal van de Chinese journalist en politieke activist Liang Qichao is in het Westen niet gekend. Tijdens de eerste Chinees-Japanse oorlog (1894-1895) was Liang Qichao betrokken bij protestmanifestaties waar een grotere politieke rol voor het volk werd opgeëist. Dat was toen ongezien in China. En hij schreef biografieën van de grote westerse natiebouwers: Otto von Bismarck, Oliver Cromwell en Guiseppe Mazzini. De westerse levensstijl en economie waren even onvermijdelijk als verwerpelijk in de ogen van Qichao en zijn Aziatische tijdgenoten. De intellectuelen die Pankaj Mishra van de vergetelheid redt, hebben tijdens hun leven een ontzettend ambigue houding ingenomen tegenover het Westen. Het ene moment willen ze dansend en vrijheidsdronken naar Parijs, het andere moment kunnen ze niet snel genoeg geweld gebruiken tegen koloniale bezetters. De geschiedenis van die wispelturigheid is een tweede sterke punt van Op de ruïnes van het imperialisme. De negentiende eeuw onderwierp de wereld aan zo’n woeste veranderingen dat traditionele culturen razendsnel verdwenen. Lokale gemeenschappen werden op enkele jaren tijd uit de middeleeuwen weggerukt en gedumpt in de sweatshops van de wereldeconomie. Aziatische heersers trachtten de elite van hun land te verwestersen en schoven de rekening door naar het gewone volk: arbeiders en bodemschatten werden zogoed als per opbod in concessie gegeven aan Europese bedrijven. Die groeiende afhankelijkheid leidde tot acuut imperialisme. Aziatische ambachtslui verloren hun job en moesten dure Europese importgoederen kopen. Plaatselijke feodale of adellijke machtsstructuren verkruimelden. De Europese wereldrijken rolden hun administratie uit, richtten af en toe een pedagogisch verantwoord bloedbad aan (zoals bij de Indiase muiterij van 1857) en knechtten de lokale elites.
De snelheid waarmee het Europese imperialisme Azië in een houdgreep nam, wekt vandaag uiterste verwondering. Tal van haast groteske verhalen, zoals de Britse heroïne-export naar China, wijzen erop dat straffeloosheid en hoogmoed aan de orde van de dag waren. In dat wilde Oosten waren niet alle Aziaten bereid om te assimileren. Macht verwerven kon alleen door zich te meten met de Europese mogendheden. Om dit te bereiken moest je tegelijkertijd jezelf verloochenen en heruitvinden. Vandaar de grote bewondering voor de natiebouwers. De goed geoliede natiestaat was een Europese uitvinding die iedereen wou overnemen. Dit staatkundige model leverde namelijk de beste garantie om de maatschappelijke krachten dezelfde richting uit te sturen, rijkdom op te bouwen en de imperialisten naar de kroon te steken. In alle cases die Pankaj Mishra aanhaalt, speelt godsdienst een instrumentele rol, zoals bij Jamal al-Din al-Afghani. Deze briljante agent provocateur deed zich voor als Soenniet, omdat die positie politiek handiger was. Ondanks het feit dat hijzelf niet meteen fel religieus leefde, gebruikte hij het geloof wel om zijn panislamisme vorm te geven. Om de macht te verwerven moesten islamitische bevolkingsgroepen hun waardigheid opeisen en hun cultureel-religieuze identiteit als basis nemen voor een grensoverschrijdende militante actie. Het liefst zo snel mogelijk. Al-Afghani vergeleek zijn acties met die van Luther: om als samenleving een sprong voorwaarts te maken, had de islam een Luther nodig. De waarheid van de Koran lag niet in het orthodox nabeleven van de eeuwenoude context, maar in het herinterpreteren van de goddelijke openbaring. Alleen op die manier kon er ook ruimte komen voor wetenschappelijk onderzoek en onderwijs, maatschappelijke bevrijding en sociale progressie.
Op de ruïnes van het imperialisme is een even verrassende als angstaanjagende oefening in revisionisme. Op het eind maakt Pankaj Mishra de vergelijking tussen de uitputtingsslag van de Europese mogendheden in de twintigste eeuw en de door hem verwachte Aziatische machtsstrijd in onze tijd. Oorlog lijkt voor de militante Pankaj Mishra een haast onvermijdelijke synthese van de geschiedenis. Net zoals hij de economische globalisering reduceert tot onrechtvaardigheid en de immense toename van welvaart in Azië blauwblauw laat. The Economist bestempelde Pankaj Mishra naar aanleiding van Op de ruïnes van het imperialisme niet zonder reden tot erfgenaam van Edward Said en zijn klassieker Orientalism. De verruiming van onze blik op de geschiedenis van de moderniteit is pure winst — en een absolute noodzaak. Alleen door begrip op te brengen voor elkaars ervaringen kan er een gedeelde lotsbestemming ontstaan, zoals de Europese Unie heeft bewezen. Maar de barre voorspellingen van Cassandra vormen altijd een slecht politiek rolmodel. Ofwel onderschat Pankaj Mishra de convergerende krachten in onze multipolaire wereld. Ofwel is hij minder vooruitstrevend dan hij lijkt. [Harold Polis]
Dr. J.L.G. v. Oudheusden
De Indiase auteur Pankaj Mishra deed historisch onderzoek naar de ideologische wortels van wat wel eens 'het ontwaken van Azië' wordt genoemd. Na een lange periode van doelgerichte westerse overheersing vond India in de loop van de twintigste eeuw de weg naar onafhankelijkheid. Ook China en Turkije vernieuwden zich. Aan de basis van het politieke ontvoogdingsproces lag een herwaardering voor de eigen culturele (confuciaanse, hindoe- of moslim-) identiteit van Aziatische landen. De auteur beschrijft de levens en werken van enkele belangrijke woordvoerders die een brug trachtten te slaan tussen het rijke culturele verleden van hun land en de eigen tijd; met name de moslim Al-Afghani die eind negentiende eeuw de gelaten houding van zijn geloofsgenoten in India en Turkije laakte, en de Chinese intellectueel Liang Qichao die begin twintigste eeuw de confucianistische tradities van zijn land trachtte te herformuleren naar de eisen van de moderne tijd. Ook leiders als Gandhi, Tagore en Qutb komen aan bod. Hun ideeën leven voort tot op de huidige dag. Een wijdlopige, maar tegelijk zeer urgente proeve van ideeëngeschiedenis. Aanbevolen voor wie wil meepraten over onder meer de wortels van het hedendaags islamisme en het assertievere China en India.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.