Dit is alles : het hoofdkussenboek van Cordelia Kenn
Aidan Chambers
Aidan Chambers (Auteur), Willem van Toorn (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Em. Querido's Kinderboeken Uitgeverij, 2016 |
VERDIEPING 3 : STAMPKOT : YOUNG ADULT : CHAM |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Querido, 2007 |
Kinderhoek :
|
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Querido, 2007 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 5418 |
Magazijn |
Querido, 1992 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 7025 |
31/12/2008
Gelijktijdig aan het verschijnen van Dit is alles, Chambers' kroon op zijn indrukwekkende magnum opus, haalt uitgeverij Querido ook Je moet dansen op mijn graf vanonder het stof. Zeven herdrukken op tweeëntwintig jaar vormen het ultieme bewijs dat de literaire bouwstenen van Chambers' 'Dance Sequence' ook afzonderlijk erg leesbaar blijven. Maar overtuigt deze roman nog, zoveel jaar na de eerste publicatie? Het antwoord is volmondig 'ja': Je moet dansen op mijn graf heeft noch thematisch noch stilistisch ook maar iets van zijn oorspronkelijke zeggingskracht ingeboet. Het blijft een verademing om een zorgvuldig gecomponeerde adolescentenroman te lezen, waarin de verschillende verhaaldraden een breed en wijdlopig amalgaam van krantenknipsels, dagboeken, verslagen en spitse dialogen uitmaken. Of, zoals Chambers zelf zegt: "Een leven en een dood in delen, honderdzeventien stukjes [...] wat voetnoten en af en toe een ramp om het verhaal te laten lopen."
Een wat macaber krantenartikel werd als goedgekozen 'eye catcher' ingelast: de 16-jarige Hal (Henry) wordt aangeklaagd na zijn dans op het graf van de overleden Barry Gorman. Een inderhaast opgetrommelde maatschappelijk werkster moet inkijk zien te krijgen in Hals motieven, zodat haar bevindingen uitmonden in een verslag voor de rechtbank. Vanaf de eerste pagina's krijg je een verrassend adequate en eigenwijze inkijk in de gedachte- en gevoelswereld van hoofdpersonage Hal. In fraai gecomponeerde volzinnen vertelt Hal als belevende ik-verteller over zijn dagelijkse besognes, wensen en verlangens. Humoristische flashbacks loodsen de lezer naar Hals kindertijd, die geheel in het teken stond van de zoektocht naar een ultieme boezemvriend. Pas jaren later wordt die kinderlijke wens alsnog ingewilligd in de persoon van Barry Gorman. Beide kunstzinnige en culturele adolescenten vinden elkaar, worden boezemvrienden en minnaars. Al bij het verschijnen van de roman brak Chambers een lans voor de acceptatie van holebiseksualiteit. Niks geen problematiseren van de seksuele geaardheid, onbeholpen acceptatie of schuchtere coming out. Holebiseksualiteit is een vanzelfsprekend en dus onproblematisch gegeven. De intensifiëring van de vriendschap leidt tot de ultieme belofte: als één van beide jongens sterft, moet de overlevende op diens graf dansen. Diverse facetten van vriendschap worden belicht, al ontbreekt die diepgaande reflectie wél als het om seksualiteit en erotiek gaat. Deze passages worden quasi geheimzinnig en impliciet omschreven met het standaardzinnetje "Had je er niet bij willen zijn?" Waar Chambers elders geen blad voor de mond neemt, lijkt het hem hier aan de juiste talige constructie te ontbreken, en dat is jammer. Openheid blijkt toch maar tot een bepaald niveau te kunnen. Verschillende interpretaties van de begrippen 'liefde' en 'trouw' drijven een wig tussen beide adolescenten, en leiden onbewust tot Barry's dood. Dan voelt Hal zich verplicht om zijn belofte na te komen.
Je moet dansen op mijn graf overtuigt in eerste plaats als een bijzonder ge(s)laagde inkijk in de gevoelswereld van adolescenten. Maar ook stilistisch biedt de roman voldoende uitdagingen: het wisselende vertelperspectief met daaraan gekoppeld het verspringen van genre, de diverse taalspelletjes en vele humoristische intermezzo's garanderen een erg diepgaande en bijzonder intensieve leeservaring. Af en toe gaat de auteur zich te buiten in zijn onbedwingbare drang naar literariteit, en wordt een beeld te gekunsteld. Zo lezen we over Hals leraar Engels: "Als hij je onder vier ogen heeft en je aanstaart door die bril van hem met zijn melkflessebodems, dan krijg je het gevoel dat je in een hoek wordt gedreven door een nieuwsgierige haai, die niet alleen kippig is maar ook nog last heeft van een overactieve schildklier." Of een staaltje sfeerschepping in de bioscoop: "Een moederschoot met een quadrofonische hartslag en een beeld van de toekomstige wereld dat lokkend op het vlies van de baarmoeder wordt geprojecteerd". Weinig adolescenten hebben boodschap aan zo'n breedsprakigheid. Maar verder niets dan lof voor deze knap geconstrueerde adolescentenroman, die een verkenning van het leven in al zijn facetten omvat. [Jürgen Peeters]
Redactie
'Ik moet gek zijn. Dat had ik altijd al kunnen weten. Als de dood je hobby is, dan moet je gek zijn. Begrijp me niet verkeerd. Ik ben misschien wel gek. Maar ik ben niet krankzinnig'. Met deze intrigerende woorden begint het in dagboekstijl geschreven levensverhaal van de 16-jarige Engelse jongen Hal (ik-figuur). Hij werd gearresteerd wegens grafschennis, omdat hij de belofte nakwam te zullen dansen op het graf van zijn overleden vriend Barry. Zijn maatschappelijk werkster adviseert hem zijn gedrag, de voorgeschiedenis en de motieven te analyseren en te noteren. Zo ontstaat een stroom van herinneringen aan de homofiele vriendschap tussen de twee jongens ('Dit Monument voor Twee Gestorven Mensen'), overvloedig afgewisseld door overpeinzingen ('Dit Mozaïek van de Ik-die-Ik was'). Een fascinerend gegeven, spannend en inleefbaar uitgewerkt in een prachtige vertaling. Een literair en psychologisch mozaïek dat, juist daardoor, veel leeservaring vraagt. Vanaf ca. 15 jaar.
Veerle Uyttersprot
ua/an/22 j
Deze klassieker van Aidan Chambers is inmiddels al aan de zevende druk toe (voor het Nederlandse taalgebied). Chambers schreef ‘Dance on my grave’ in 1982 en het werd in 1985 in het Nederlands vertaald. Het verhaal is nu, meer dan twintig jaar later, nog even beklijvend en actueel. Het centrale personage is Henry (Hal) Robinson die samen met zijn ouders in Southend, aan de monding van de Thames, woont. Hal weet niet goed welke richting hij uit wil met zijn leven. Zal hij van school gaan en werk zoeken of nog verder studeren? Zijn vader wil alleszins niet met een luie, klaplopende zoon opgescheept zitten. Maar Hal is vooral op zoek naar datgene wat onder de oppervlakte verborgen zit. Hij houdt van literatuur en nadenken; vooral de dood fascineert hem. Zijn hele jongenstijd is Hal op zoek geweest naar wat in zijn boeken ‘een boezemvriend’ wordt genoemd, naar een totale, absoluut trouwe, altijd aanwezige vriend (p. 42). Wanneer hij opgroeit, evolueert zijn idee van boezemvrienden die samen avonturen beleven naar een verlangen naar een veel grotere zielsverbondenheid. Veel wordt hem duidelijk als hij tijdens de godsdienstles hoort over de liefde tussen David en Jonathan die wonderlijker was dan de liefde der vrouwen (p. 49) Wanneer Hal op een dag bij toeval de knappe en opwindende Barry Gorman ontmoet, denkt hij dat hij de liefde van zijn leven heeft gevonden. Barry en Hal beginnen een stormachtige relatie, maar Barry blijkt niet altijd even trouw en berekenbaar. Hal begint dat, ondanks zijn hevige verliefdheid, meer en meer te beseffen en na een hevige ruzie loopt de situatie zwaar uit de hand. Op meesterlijke manier weet Adian Chambers de verwarde gevoelens van Hal en zijn chaotische relatie met Barry gestalte te geven. De spanning in dit boek bestaat er niet zozeer in dat de lezer zich voortdurend afvraagt hoe zal aflopen; de dramatische ontknoping – de dood van Barry – is immers van bij het begin bekend. Het gaat vooral over hoe het zover is kunnen komen en op welke manier Hal dit drama zal kunnen verwerken. Het grootste deel van de tijd is Hal aan het woord; hij schrijft zijn ervaringen neer in korte genummerde stukjes, maar er zijn ook de ‘voortgangsverslagen’ van de maatschappelijk werkster die probeert te achterhalen wat Hals motieven waren toen hij het ’s nachts naar het kerkhof ging om er te dansen op het graf van zijn overleden vriend. Daarnaast zijn er ook krantenberichten en brieven. Al deze documenten reiken elementen aan om de puzzel op te lossen. Gemakkelijk is dit boek niet; er is om te beginnen al wat leeservaring nodig om de verschillende ‘ikken’ die aan het woord komen te kunnen plaatsen en om de sprongen in de chronologie te blijven volgen. En ook inhoudelijk is dit geen lichte lectuur, enige rijpheid is zeker vereist. Voor jongeren vanaf vijftien is ‘Je moet dansen op mijn graf’ een bijzonder rijke en waardevolle roman.
Lieve Raymaekers
ua/an/22 j
Hal is zestien en zoekend. Hij wil graag verder studeren, maar zijn vader ziet hem liever gaan werken. Hij wil graag literatuur studeren, maar iedereen zegt hem dat daar geen toekomst in zit. Hij is al heel zijn leven op zoek naar een boezemvriend, maar er heeft nog nooit iemand echt beantwoord aan zijn romantische ideaalbeeld daarvan. Zijn ogen gaan open wanneer hij in de godsdienstles geconfronteerd wordt met “die kwellende, verbijsterende zin die David uitroept bij de dood (Dood!) van Jonathan: ‘Uwe liefde was mij wonderlijker dan liefde der vrouwen’ (2 Samuel 1:26)”. (p. 50)
En dan leert Hal Barry kennen: een speelse halfgod, een levensgenieter, een spontane kerel die zich door zijn intuïtie laat leiden en voluit leeft. Kortom, de tegenpool van Hal die veel ernstiger is, voorzichtig, geremd, bedachtzaam, introvert en geobsedeerd door de dood. Hal valt compleet voor Barry, elke minuut zonder hem is waardeloos. Zijn liefde is zo obsessief dat ze Barry verstikt, en Barry uitbreekt door vreemd te gaan, eerst met een andere jongen, dan met een meisje. In de ruzie die daarop volgt, ontploft Hal. Hij slingert Barry niet alleen verwijten maar ook voorwerpen naar het hoofd. Barry gaat hem achterna op de motor en vliegt van de weg.
Nadat het ongeluk een abrupt einde maakte aan hun zeven weken durende relatie moet Hal zijn belofte nakomen: dansen op Barry’s graf …
Het boek begint en eindigt met een krantenartikel over de grafschennis. Daartussen komen stukjes verslag van een maatschappelijk werkster, en het relaas van de gebeurtenissen door Hal zelf op papier gezet. Dat het verhaal afloopt met de dood van Barry, weet je als lezer van bij de aanvang. Het boek gaat meer over hoe het zover is kunnen komen. Of zoals Hal het op een bepaald moment formuleert in zijn relaas: “Als je alleen geïnteresseerd bent in de wat-er-verder-gebeurde-brokken van dit verhaal, sla dit dan maar over …” (p. 12). De vertelstructuur, een verhaal opgeknipt in veertig stukjes, vanuit verschillende standpunten en niet chronologisch gerangschikt, maakt het boek niet makkelijk, maar wel bijzonder boeiend voor wie dit smaken kan.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.