Aan het einde van de oorlog werd Otto Wächter beschuldigd van massamoord. Achternagezeten door de Sovjets, de Amerikanen en de Britten sloeg hij op de vlucht. Drie jaar lang verschool hij zich in de Oostenrijkse Alpen, waarna hij zich naar Rome begaf en met steun van het Vaticaan kon onderduiken. Toen hij zich in juli 1949 voorbereidde op zijn reis naar Argentinië via de "rattenlijn' overleed hij plotseling – onder zeer verdachte omstandigheden. Philippe Sands schetst een uniek maar onthutsend portret van het leven van een nazi-vluchteling, dat leest als een echte thriller. Samen met zoon Horst begint hij een confronterende zoektocht naar de ware identiteit van Otto Wächter. Aan de hand van historische bronnen (Wächters brieven aan zijn vrouw) en moderne medische expertise ontrafelt Sands het mysterie dat de jongste zoon van de gevluchte oorlogsmisdadiger nog altijd achtervolgt: wat gebeurde er tijdens Wächters vluchtpoging en hoe vond hij zijn einde?
Simon Gronowski is Joods, Koenraad Tinel de zoon van een nazi. Ze beschrijven hun vriendschap en wat die hen geleerd heeft. Koenraad besefte dat hij de last van zijn vaders schuld niet dient te dragen en Simon realiseerde zich dat hij geen slachtoffer hoeft te blijven om zijn verloren geliefden te eren.