Culemborg, 1899. Hanna, elf jaar, moet helemaal alleen naar het weeshuis. Haar enige zusje is gestolen door een man met een bietenneus. Hanna is haar hele leven gehoorzaam geweest, maar nu verzint ze een plan. Ze gaat liegen en stelen – dat kan niet anders. Ze moet haar zusje redden.
In het Victoriaanse Londen probeert de 16-jarige Sally er achter te komen hoe het komt dat er frauduleuze handelingen bij de scheepvaartmaatschappij van haar vermeende vader hebben plaatsgevonden.