Tijdens de slag om de Schelde in 1944 kruisen de wegen van een Nederlandse jongen in Duitse dienst, een Zeeuwse verzetstrijdster en en Engels gliderpiloot elkaar.
Na het verlies van hun ouders in de Tweede Wereldoorlog komen twee Poolse zusjes in een opvangkamp terecht, van daaruit gaat een van hen mee op transport naar Nieuw-Zeeland, waar een familie haar opvangt en er hoop gloort.
Een Australische docent kunstgeschiedenis zoekt uit van wie de in het Hebreeuws geschreven brieven zijn die hij van zijn moeder heeft gekregen en stuit op een familiegeheim uit de Tweede Wereldoorlog.