In een tijd van massaontslagen en stijgende werkloosheid neemt de Franse journaliste Florence Aubenas de proef op de som. Een halfjaar lang verruilt ze Parijs voor de voor haar onbekende stad Caen in Normandië, om daar anoniem op zoek te gaan naar werk. Met alleen haar middelbareschooldiploma op zak vecht ze samen met een duizendtal andere werklozen voor een plek op de arbeidsmarkt. Het blijkt een uitputtende strijd, die niet meer oplevert dan een reeks slecht betaalde baantjes. Desondanks schetst Aubenas een hoopgevend beeld van deze werkende armen, die met humor, doorzettingsvermogen en solidariteit weten te overleven aan de onderkant van de samenleving.
Frank studeert in Parijs en keert terug naar de plaats waar zijn ouders wonen om stage te lopen in de fabriek waar zijn vader al derig jaar werkt aan de machines. Frank komt er echter achter dat zijn werk door de directie wordt gebruikt als dekmantel om twaalf mensen, waaronder zijn vader, te ontslaan