Het verhaal van de Nederlandse Truus Wijsmuller-Meijer die eind jaren dertig door het regelen van kindertransporten vanuit Wenen duizenden Joodse kinderen in veiligheid wist te brengen.
In een Oostenrijks plattelandsdorp herstelt in 1944 een jonge soldaat van zijn oorlogswonden, waar hij tussen hoop en vrees heen en weer wordt geslingerd.
Een onderzoek in taferelen naar de achtergrond van de geschiedenis in Europa in de jaren '30, met hoofdrolspelers als Hitler, Chamberlain, Von Opel en anderen.
Wenen, begin 20ste eeuw. Als de tegendraadse Greta wordt uitgehuwelijkt aan haar verre neef Albert en naar Engeland verhuist, is ze ongelukkig, maar een eigen tuin zorgt voor een ommekeer, maar dan breekt de Eerste Wereldoorlog uit en moet ze kiezen tussen haar oude en nieuwe leven.
Het is 1938. Nazi-Duitsland is Oostenrijk binnengevallen en alle grenzen zijn gesloten. Adolphine, Pauline, Marie en Rosa Freud hebben een voorgevoel wat hun te wachten staat en hopen dat hun broer Sigmund visa kan krijgen zodat zij Oostenrijk kunnen verlaten. Sigmund Freud heeft inderdaad een lijst opgesteld voor de visumaanvragen, maar de namen van zijn zussen ontbreken. Adolphine is geschokt: wat beweegt Sigmund tot zo'n daad om zelfs voor zijn hond een visum te regelen, maar niet voor zijn directe familieleden? Ze denkt terug aan haar jeugd, aan de liefdeloosheid van haar moeder, en aan de liefde van haar broer.
Als de 16-jarige Thomas het gymnasium verlaat, wil hij zich onttrekken aan de verwachtingen van zijn familie en de samenleving en meldt zich aan als leerjongen bij een kruidenierswinkel in een achterstandswijk.