Aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog is in Wenen een seriemoordenaar actief. Hij laat zijn slachtoffers, veelal jonge meisjes, achter in houdingen die steeds verwijzen naar recente schilderijen van de bekende Egon Schiele. Ksaveri Ignatz, psychiater, jezuïet en geheim agent probeert samen met zijn vriendin Elisabeth de dader te achterhalen. De tijd dringt, vooral als Bubi, een buurmeisje, vermist raakt.
In het Wenen van 1910 pakt een inspecteur van politie het onderzoek naar de moord op een jonge vrouw wetenschappelijk aan, terwijl zijn Hongaarse echtgenote en haar vriendin stiekem met alternatieve methoden naar de dader speuren.