Hanna staat aan de reling van een stoomschip en kijkt toe hoe de overleden stuurman, haar echtgenoot, zijn zeemansgraf tegemoet gaat. Op dat moment herinnert ze zich haar vaders laatste woorden: “Jij, mijn dochter, bent een engel, een armoedige engel, maar evengoed een engel.” Nog geen jaar later is ze eigenaar van een van de grootste bordelen in Mozambique. Het jonge, afhankelijke meisje is veranderd in een vrouw met macht.