Een derdewereldarts vertrekt na een relatiebreuk naar een vluchtelingenkamp in Afrika waar hij een teamleider ontmoet die nergens bang voor is en filosofische monologen houdt, maar als soldaten opduiken bij het kamp, stijgt de spanning.
Ten tijde van de Spaanse Burgeroorlog worden twee kinderen naar Vlaanderen gee͏̈vacueerd waar ze zich moeten zien staande te houden in het voor hen vreemde land.
Het weeskind TienKamelen groeit op in een kasteel dat dienstdoet als rusthuis. De bejaarde bewoners, die niet altijd precies weten in welke tijd ze leven, verzorgen haar opvoeding. Ze omringen haar met verhalen: over vroeger, over het dorp, over haar naam. Maar het veilige leven blijft niet duren. Omdat TienKamelen geen papieren heeft, moet ze het land uit. Ze strandt in het zuiden van Europa en bouwt samen met andere buitenstaanders een nieuw bestaan op. Dat lukt echter niet zonder haar verleden onder ogen te komen.