In 1943 worden enkele verzetsstrijders in Brussel gearresteerd door de nazi's en krijgen de keuze: meewerken aan een collaborerende krant of weggevoerd worden naar een strafkamp. Ze kiezen voor meewerken, maar beramen intussen een plan om een clandestiene krant te maken.
Pastoorsbediende en verpleeghulp Hubertina Aretz is in de Tweede Wereldoorlog actief in het verzet, maar wordt daarna ingelijfd bij de Vlaamse nationalisten onder wie zich voormalige oorlogsmisdadigers bevinden.
Een Vlaamse vrouw beschrijft de liefde van haar ouders in de Tweede Wereldoorlog toen haar moeder spionne voor de Geallieerden was en haar vader als collaborateur werkte voor de Duitse contraspionage.