Een oude Amerikaanse pioniersvrouw kijkt terug op haar leven, dat boven alles bepaald is door de dag waarop haar familie tijdens een overval van indianen uiteen werd gereten: de mannen werden vermoord en een aantal van haar (klein)kinderen als buit ontvoerd. Zijzelf overleeft de aanval meer dood dan levend, maar houdt zich strijdbaar op de been door de vurige hoop haar lievelingskleindochter ooit terug te vinden.
Als in een Mormoonse gemeenschap twee jonge zusjes worden vermoord, weten hun ouders na verloop van tijd de moordenaar te vergeven, maar hun oudste dochter zint op wraak.
Een beminnelijke hoogbejaarde Duitser bekent aan een Amerikaanse, die net haar moeder heeft verloren, dat hij vroeger een nazi is geweest en vraagt of zij hem wil helpen uit het leven te stappen.
Aan de onbezorgde jeugd van een Amerikaans rijkeluiszoontje komt plotseling een eind als zijn broer verongelukt en zijn moeder sterft aan een hartaanval.