Wanneer haar moeder dodelijk verongelukt, gaat Ella bij de vriend van haar moeder wonen. Diens dochter Clio pest Ella het huis uit en het meisje wordt ondergebracht bij de egoïstische tante Ursula, die een frituur uitbaat. Wanneer ze achttien is, trekt ze naar de stad. Daar ontfermt kapster Cindy zich over haar. Ella kan niet lezen en schrijven en is heel onhandig. Hoe komt ze ooit aan werk?
Nicolas de Prins valt voor de ogen charmes van Ella, maar beantwoordt zij zijn liefde? Ella begint steeds steviger op eigen benen te staan: ze haalt haar diploma lager onderwijs en schrijft een sprookjesboek. En ze ontmoet haar vader. Althans, ze vermoedt dat de man haar vader is. Haar relatie met Clio verloopt nog steeds heel moeizaam en ook Clio's vader begint zich met Ella's leven te moeien. Maar de belangrijkste vraag waarmee Ella geconfronteerd wordt is toch: wat zal er gebeuren als Jens uit zijn coma ontwaakt?