Een jong meisje moet in 1954 bij haar ondoorgrondelijke tante intrekken na een epidemie in Tsjechoslowakije. Langzaam openbaart zich een pijnlijke familiegeschiedenis.
De geschiedenis van een huis in Tsjechië en de mensen die er woonden en werkten vanaf 1930. Met veel liefde gebouwd en eerst gelukkig bewoond door een rijke, halfjoodse familie die moet vluchten wanneer de Duitsers binnenvallen, wordt het bijzondere en hypermoderne huis vervolgens gebruikt door Nazi 'wetenschappers' die menselijke rassen 'bestuderen'. Na de bevrijding door de Russen wordt het huis gebruikt als revalidatiecentrum voor gehandicapte kinderen en uiteindelijk gerestaureerd als architectonisch monument.
Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog dwingen twee doodsbange Wehrmachtsoldaten een Tsjechische boerin om hen met haar paard-en-wagen naar Wenen te brengen. Ze weten niet dat haar man een dag eerder door de Duitsers is vermoord. Zij vat het plan op om hem te wreken. De soldaten hebben niet in de gaten dat de vrouw rondjes rijdt door het bos, dat ze op haar duimpje kent. Ondertussen werkt ze stap voor stap haar plan uit. Maar heeft zij de moed om de soldaten te doden?
Een arme Tsjechische sukkel die wat kruierswerk doet op een klein stationnetje, krijgt de schuld in de schoenen geschoven van het beramen van een aanslag op Hitler.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog beheerst de treinenloop van en naar het front het leven op een klein Tsjechisch station, waar de jongste spoorwegbeambte van kind tot volwassene groeit