Een schrijver strijkt neer in een oud hotel om zijn verdriet over zijn verbroken relatie met een Italiaanse kunsthistorica te verwerken, wat leidt tot lange beschouwingen over het oude en het nieuwe Europa, inclusief massatoerisme en bootvluchtelingen.
Een wereldvreemde ambtenaar ontdekt in de warmbloedige relatie met zijn vriendin de mogelijkheden om in Thailand seksualiteit en commercie te verenigen.
Een groep Amerikaanse toeristen op kunstreis in Myanmar verdwijnt spoorloos. Hun kort voor de reis vermoorde reisleidster reist als geest met hen mee en vertelt wat hen overkomt.
De verteller in deze roman is geboren en getogen in het Tsjechische Theresienstadt, waar tijdens de Tweede Wereldoorlog het beruchte concentratiekamp werd ingericht. Het is een stad vol onderaardse gangen, catacomben, barakken en geheime plekken. Om de in verval geraakte stad van de ondergang te redden wordt de herinnering aan de oorlog commercieel uitgebuit. De verteller wordt ook uitgenodigd om toeristen te helpen lokken naar Wit-Rusland, waar de duivel zijn werkplaats had, en waar zich vóór, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog slachtingen hebben voorgedaan die de bevolking hebben gehalveerd.