Sam (15, ik-persoon) is verlegen en heeft een angststoornis. In de zomer van 1985 vindt hij een baantje in de bioscoop en maakt hij nieuwe vrienden; het rijkeluiszoontje Cameron, de gekleurde sportieveling Brandon en de tomboy Kristie, op wie hij een oogje heeft. Vanaf ca. 15 jaar.
Na twintig jaar keert een man terug naar de plek waar hij opgroeide. Hij hoopt er in het reine te komen met een traumatische gebeurtenis die zijn leven en de levens van de mensen om hem heen voorgoed veranderde. Zijn welvarende ouders stuurden hem naar een eliteschool, waar hij vriendschap sloot met Vincenzo en Giuseppe. De drie jongens moesten niets hebben van het burgerlijk en zogenaamd succesvolle leven van hun families en stortten zich op muziek, meisjes, drank, drugs en feesten.
Een middelbare vrouw kijkt met groot inlevingsvermogen, maar ook afstand terug op haar leven als adolescent en jong volwassene in de Verenigde Staten in de jaren '60 en '70.