Weduwnaar Beto leeft al tien jaar als huisbewaarder in een verlaten villa. Zijn contacten met de buitenwereld zijn beperkt tot het wekelijkse bezoek van een prostituee en geregelde controlebezoekjes van de eigenares. Televisie is zijn enige venster op de wereld. Wanneer het huis te koop wordt gesteld, wordt de routine doorbroken en dreigt voor Beto de marginaliteit van werkloosheid en eenzaamheid.