De rode dood maakt veel slachtoffers in het rendierkamp van Varn en Feun. Alleen het longkruid helpt tegen deze ziekte. Varn, Feun en haar zusje Kesse gaan op zoek naar het kruid. Vanaf ca. 13 jaar.
De stam van de jongeren Feun en Varn is op zoek naar een nieuwe woonplek. Varn vindt, tegen de zin van de sjamaan, een nieuwe stamgrond. De sjamaan zint vervolgens op wraak. Vanaf ca. 13 jaar.
Als de sjamaan van de rendierstam verongelukt, moet Feun zijn taken overnemen. Wanneer Mirre, een meisje dat optrekt met wolven, zich bij de stam wil aansluiten, ontstaat er onrust. Maar als Feun in een sneeuwjacht verdwaalt en de moordenaar van het stamhoofd haar op de hielen zit, is Mirre met haar wolf de enige die haar kan redden.
Feun is sjamaan van een prehistorische rendierstam, door iedereen gerespecteerd. Ze deelt een vuurplaats met Varn, haar grote liefde. Op een dag krijgen ze bezoek. De man stelt zich voor als de zwarte magiër. Hij boezemt ontzag in, maar Feun voelt aan dat zijn bedoelingen niet helemaal zuiver zijn. Dat blijkt ook wanneer het een na het ander fout gaat. Feun staat voor een dilemma.