Zomer 1989. Farah, een jonge vrouw van gescheiden ouders, heeft haar vader in jaren niet meer gezien. Ze belt aan bij de schrijver Victor Armas, van wie ze denkt dat hij haar vader vroeger heeft gekend. Ze wil dat hij naar hem op zoek gaat, maar de schrijver weigert. Diezelfde nacht krijgt Armas een tweede onverwachte bezoeker: Laura, een vriendin van Farah. Ze is in paniek want Farah is sinds haar bezoek aan Armas verdwenen.
Een groep jongelui worstelt in de zomer van 1970 in een kasteel op het Italiaanse platteland niet alleen met hun seksualiteit, maar ook met hun identiteit en hun persoonlijke en maatschappelijke idealen.