Twee Antwerpse politiemensen die een lugubere moord onderzoeken, krijgen zowel te maken met de Russische en Belgische maffia als met tegenwerking uit eigen kring.
Stan Lauryssens verkoopt valse schilderijen van Salvador Dalí onder het motto dat kunst waard is wat de gek ervoor geeft. Hij vliegt de gevangenis is. Zo gauw hij uit voorarrest komt, vlucht hij naar Spanje, waar hij de buurman van de beroemde schilder wordt. Lauryssens raakt al snel in de ban van de meester, zijn kunst en zijn bonte entourage, en ontdekt de ware toedracht achter de vervalste schilderijen. Het verhaal vormt een potpourri van schelmenstreken, uitwijdingen over seks en kunst, een lach en een traan.