In de Tweede Wereldoorlog zet de Duitse legerarts Paul Bauer in Rusland op het landgoed van Leo Tolstoj een veldhospitaal op; Katerina, de beheerder, is daar niet blij mee, maar toch lijkt er ook iets moois op te bloeien.
Als een Russische officier van Amerikaanse afkomst in de Tweede Wereldoorlog verdacht wordt van hoogverraad, vlucht zijn zwangere geliefde naar Amerika. Vervolg op 'Een liefde in Leningrad'.
De verteller in deze roman is geboren en getogen in het Tsjechische Theresienstadt, waar tijdens de Tweede Wereldoorlog het beruchte concentratiekamp werd ingericht. Het is een stad vol onderaardse gangen, catacomben, barakken en geheime plekken. Om de in verval geraakte stad van de ondergang te redden wordt de herinnering aan de oorlog commercieel uitgebuit. De verteller wordt ook uitgenodigd om toeristen te helpen lokken naar Wit-Rusland, waar de duivel zijn werkplaats had, en waar zich vóór, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog slachtingen hebben voorgedaan die de bevolking hebben gehalveerd.
De schrijver, die zelf 11 jaar in de "archipel" (het denkbeeldige eilandenrijk van concentratiekampen verspreid over de Sovjet-Unie) verbleef, verhaalt de lijdensweg van miljoenen Russen die slachtoffer werden van het Stalinisme.