Bij afwezigheid van de schout proberen een schepen en diens neef in de veertiende eeuw in een stadje tussen Haarlem en Leiden enkele moorden op te lossen.
Na twee jaar van opmerkelijke rust wordt de schout van Duynhaven in 1384 geconfronteerd met een aantal misdaden. Tot overmaat van ramp komt zijn zoon, een van de schepenen, bij zijn terugkeer uit Engeland met een stuurloos aangetroffen schip aanzetten.