1941. De Sovjetpolitie pakt de vijftienjarige Litouwse Lina op en deporteert haar samen met haar moeder en broertje naar Siberië. Haar vader is opgesloten in de gevangenis. Voor Lina en ontelbare andere mensen begint een uitzichtloze lijdensweg langs werkkampen waarbij iedereen dikwijls letterlijk moet vechten om te overleven. Lina begint de mensen en hun situatie te tekenen om er voor te zorgen dat dit gebeuren niet vergeten raakt. Ze smokkelt de tekeningen de kampen uit.
Een dorpsonderwijzer gaat naar de overkant van de Wolga om een Duitse kolonistendochter te onderwijzen en in de periode van revolutie en hongersnood ruilt hij volkssprookjes voor melk met een communist.
Tijdens een bezoek met zijn leerlingen aan het concentratiekamp Buchenwald wordt een Franse leraar getroffen door een foto van een gevangene die sprekend op zijn vader lijkt.
De moeder van een jonge vrouw was een van de 1.088.00 jonge meisjes die in 1942 door de Duitsers uit de Oekrai͏̈ne werden weggevoerd om te gaan werken in de Arbeitseinsatz.