In Cambodja ontvoeren de soldaten van Pol Pot de tienjarige Ruan. Ze leiden hem op tot kindsoldaat. Ruan ontsnapt en bereikt na een lange zwerftocht een ziekenhuis in Bangkok. Een Belgisch gezin adopteert hem. Later gaat Ruan op zoek naar zijn biologische familie.
Op een winterse dag verlaat Janie, wetenschappelijk onderzoeker in Montréal, plotseling haar man en zoontje. Ze trekt zich terug in het huis van haar vriend en mentor, de neuroloog Hiroji, die van de ene op de andere dag is verdwenen. Te midden van Hiroji's bezittingen, vindt Janie fragmenten van hun beider verleden terug. Op zoek naar een waarheid waarmee ze vrede kan hebben, volgt ze Hiroji's spoor naar Cambodja, het land dat ze als kind ooit moest ontvluchten.