Een Nieuw-Zeelandse wordt volwassen in een gemeenschap die erg neerkijkt op de Maori's en ondervindt veel onbegrip van haar familie als ze in de jaren vijftig een relatie met een van hen aangaat.
Rond 1850 verdient Jimmy samen met zijn vader de kost als schapendrijver; na de dood van zijn vader sluit hij om te overleven vriendschap met Moki, een Maori. Vanaf ca. 12 jaar.