Gitte woont met haar ouders en broers in een prachtig huis op een heuvel. Hun tuin grenst aan een bos, waar haar overgrootvader Lionel door stropers is vermoord. Het gezin leeft in paradijselijke onschuld, tot de oudste zoon, Woud, waanbeelden krijgt over het verleden. Het verbond tussen de drie kinderen valt uit elkaar. Gitte, die niet zonder Woud dacht te kunnen, is nu gedwongen haar eigen weg te gaan.
Een door de Californische bossen dolende, aan waanvoorstellingen lijdende, gewelddadige jongeman kan door zijn ouders en excentrieke geliefde niet meer worden bijgestuurd, met dramatische gevolgen.
Een jongen woont met zijn ouders en jongere broer op een boerderij in Zweden. De moeilijke verhouding tussen zijn ouders en de irrationele verwachtingen die zijn psychotische vader van hem heeft, maakt dat hij in de wereld van de vogels vlucht.