De Vlaamse journalist en auteur woonde in 2019 een half jaar lang te midden van de Urkers en beschrijft het leven van deze bijzondere Nederlandse dorpsgemeenschap.
De 12-jarig Katelijne groeit als enig meisje op tussen zes broers in een streng (bevindelijk) gereformeerd Zeeuws boerengezin eind jaren tachtig, begin jaren negentig. Het intelligente, fantasievolle kind voelt zich een buitenbeentje; ze vlucht weg in fantasie en verhalen.
In het onrustige 19e-eeuwse Amsterdam, waar de rijke adel moeite heeft om de arbeiders in de broeierige Jordaan in het gareel te houden, probeert een 17-jarig meisje zich staande te houden in het prostitutiewereldje.