Een joods-Pools meisje van zeven, dat tijdens de vlucht voor de nazi's door haar moeder bij boeren is achtergelaten, overleeft de verschrikkingen van een getto. Vanaf ca. 15 jaar.
Een Poolse jongen zit in het weeshuis in Warschau. Vanwege zijn Arische uiterlijk wordt hij geadopteerd door de onderdirecteur van een rasseninstituut in Berlijn. Dan ontdekt deze dat de jongen joods bloed heeft.