Een jongen groeit op op een afgelegen boerderij op het door armoede geteisterd platteland, waar hij worstelt met zijn ontluikende seksualiteit en verlangen naar een leven in de stad.
Een elfjarige jongen probeert zijn gezin eind jaren zestig op het Deense platteland bij elkaar te houden, ondanks zijn vader, de plaatselijke melkboer, die psychisch labiel maar welbespraakt is.
Robert Hansen faalt als politieagent in Kopenhagen en wordt overgeplaatst naar een afgelegen dorpje in Zuid-Jutland. Als dorpsagent leert hij de ongeschreven regels van de dorpelingen kennen.
Politieagent Robert Hansen is overgeplaatst van Kopenhagen naar een afgelegen dorpje in Zuid-Jutland waar hij zich moet aanpassen aan de ongeschreven regels van de dorpelingen