Culemborg, 1899. Hanna, elf jaar, moet helemaal alleen naar het weeshuis. Haar enige zusje is gestolen door een man met een bietenneus. Hanna is haar hele leven gehoorzaam geweest, maar nu verzint ze een plan. Ze gaat liegen en stelen – dat kan niet anders. Ze moet haar zusje redden.
Familiehistorie over arbeiders en armoede in de veen- en heidegebieden in het oostelijke deel van Friesland, waar vooruitgang en welvaart eeuwenlang aan voorbij zijn gegaan.