In het Parijs van 1867 wordt een moeder ervan beschuldigd de dood van haar kind op haar geweten te hebben; in 1992 schrijft een Française een roman over haar en schrijft een Duitse architect een proefschrift over het gebouw van de wereldtentoonstelling in Parijs 1867.
In het woelige Parijs anno 1870 worden gruwelijke moorden gepleegd, waarbij telkens verzen van de dichter Baudelaire op het lijk worden achtergelaten. De politie komt op het spoor van een duivels complot dat zich vertakt tot in het hof van keizer Napoleon III zelf. Dat houdt commissaris Lefevre niet tegen. Tot zijn onderzoek hem leert dat het kwaad overal is. Ook in hemzelf.