Frieda wordt meegenomen naar familie in het bos van Nergena. Ze maakt er de gekste dingen mee. Daarover schrijft ze brieven naar haar zus Adalie. En Adalie schrijft over haar leven in de stad Gunderwijd. Vanaf ca. 9 jaar.
Elise zorgt voor haar doofstomme broertje als haar oudste broer naar Rusland gaat om voor Napoleon te vechten; als een doedelzakspeler haar pad kruist, verandert er veel voor haar.