De auteur, doctor in de antropologie en geschiedkundige, gaat 'op zoek naar de religieuze, politieke en economische' wortels van kannibalisme en het offeren van mensen. Het was een fenomeen van alle tijden en streken dat tot in de vorige eeuw beoefend werd. De achterliggende motieven variëren van rouwverwerking en overleving tot wraakbehoefte en machtsmiddel. De auteur gaat nader in op drie specifieke voorbeelden: de rituele terechtstelling en consumptie van krijgsgevangenen bij de Tupi-indianen; de bloederige offerceremonies van de Azteken; en het gebruik in Centraal-Afrika om mensen te offeren bij begrafenissen, verdragen of festiviteiten.