Autobiografisch relaas van een joodse vrouw over de zwerftocht door Europa die zij als achtjarig meisje, alleen of in gezelschap van wolven, tijdens de Tweede Wereldoorlog maakte op de vlucht voor de Duitsers.
Het turbulente levensverhaal van een fictieve jeugdvriend van de schrijver, die uitgroeit tot een veelzijdig kunstenaar en zijn bestemming vindt in het beoefenen van de taxidermie en het vertolken van allerlei vrouwelijke alter ego's.