In de tweede helft van de twintigste eeuw verdwenen in IJsland kort na elkaar twee mannen spoorloos, wat destijds een unieke gebeurtenis was die de inwoners tot op de dag van vandaag bezighoudt.
Reykjavík, 1972. Op het hoogtepunt van de Koude Oorlog vindt hier het wereldkampioenschap schaken plaats. De stad is in opperste staat van opwinding. In een bioscoop wordt een jongen het slachtoffer van een aanval. Marion Briem onderzoekt de zaak.
De IJslandse inspecteur Erlendur Sveinsson onderzoek de dood van een half onder het zand bedolven oud skelet van een man die is vastgeketend aan een grote zwarte doos die Russische zendapparatuur blijkt te bevatten.
Een anonieme onderzoeker wordt gevraagd een manuscript te bestuderen, geschreven door een vermoorde vervalser en spion; het manuscript kan leiden tot het vinden van de moordenaar.
Naar aanleiding van een foto van haar graf worden de resten van een vijfjarig meisje opgegraven. Gelijkertijd onderzoekt inspecteur Erlendur de moord op een eenzame oude man. Beide zaken blijken met elkaar verband te houden