Grafisch ontwerper Juan Vidaurre haalde gebruiksvoorwerpen uit hun dagelijkse context en transformeerde ze tot dieren. Zo wordt een kurkentrekker een uil, een schakelaar een pinguïn en een schoen met hak een specht. Schrijver Xosé Ballesteros bedacht voor elk dier een bijzondere naam: een samensmelting van het dier en het voorwerp waarvan het dier gemaakt is. De kurkentrekker-uil wordt een 'nachtopener', de schoen-specht een 'spoen', enz.
Alexander heeft een draad. Daarmee maakt hij allerlei figuren. Hij kan alles maken wat hij maar wil: meubels, gebruiksvoorwerpen, dieren… Zelfs een stad. Het enige wat hij niet heeft, is een vriend.
Wanneer een kleine verdwaalde vis zonder schitterschubben door een haai achterna wordt gezeten, herinnert Regenboog zich weer hoe het is om eenzaam te zijn. Vanaf ca. 4 jaar