Bij het ontstaan van de Belgische natie in 1830 koos men voor een erfelijke monarchie die aan banden gelegd werd door de ministeriële verantwoordelijkheid. Het is dus de regering die de lakens uitdeelt en politieke verantwoording schuldig is aan het verkozen parlement. Het concept was modern en baanbrekend in zijn tijd, waardoor de koningen zich maar moeilijk konden vinden in deze liberale grondwet. Die vaststelling is meteen het uitgangspunt van dit beknopt historisch overzicht van de Belgische vorsten, met als rode draad de geleidelijke evolutie van macht naar invloed in hun respectievelijke bewindsjaren.
Kritische evaluatie van de functie van het Belgische koningshuis: het historisch kader van ons staatsbestel, de kostprijs, de politieke relevantie, de idolatrie en de rol van humoristen, conferenciers en cartoonisten in het publieke imago van onze vorsten. Diverse auteurs benaderen het onderwerp vanuit hun eigen specialisatie.