Een Arabische strafrechtadvocaat uit Oost-Jeruzalem treft op een dag in een antiquarisch exemplaar van De Kreutzersonate een briefje aan in het handschrift van zijn vrouw, waarin zij iemand bedankt voor een heerlijke avond. De advocaat raakt buiten zinnen van jaloezie en begint aan een nietsontziende zoektocht.
Twee Israëlische broers stichten op een heuvel op de Westelijke Jordaanoever een illegale nederzetting, die al snel vogels van verschillende pluimage aantrekt.
Correspondentie en gesprekken tussen twee jonge vrouwen die beiden in Jeruzalem opgroeiden en vriendschap met elkaar sloten: de Palestijnse Amal en de Israe͏̈lische Odelia.